koenenwim.reismee.nl

Alles is afhankelijk van al het andere

Hallo allemaal,

Hier het vervolg van onze reisimpressies.

Alles is afhankelijk van al het andere.

In de ochtendnevel brengt de kleine ferry ons naar Moresby Island. Een forse rit over een logging road naar het beginkamp waar we ons in de oliekleding hijsen. Vijf lagen er onder: we scheren over dampig water van acht graden. Een bonte mengeling van tien mensen: VS, Australië, Canada en Nederland. Thomas, rond de 25, is onze stuurman en begeleider. Hij heeft milieukunde gedaan. Zoals we bijna blindelings vertrouwen in de maten van de Vrouwe Fortuna hebben, is dit ook bij hem het geval. Hij doet deze uitgebreide ‘expeditie’ voor de tweede keer en heeft zijn vriendin Lally meegenomen.

We varen een uniek gebied binnen: Gwaii Haanas National Reserve. De totstandkoming van het park is in 1980 afgedwongen na protesten tegen ongebreidelde houtkap. Ruim 5000 km2 natuur met hier en daar sporen van industriële activiteit. Eeuwenoude bossen, bomen versierd met slingers van mos, een ondergrond die veert als een goede matras. Het marine milieu heeft verborgen schatten die soms zichtbaar worden. We zien de oceaan orca (killerwhale; een heel sociaal dier), de Bultrug walvis, zeehonden, zeeleeuwen, de papagaaiduiker en vele andere vogel,s waaronder de zeearend. Er zijn strenge regels voor de minimale afstand tot de dieren. De getijdezone (7 meter verval) barst van het leven. De poelen herbergen de mooiste anemonen. Mosselen waarbij de Zeeuwse variant een lilliputter is. Dit alles in een omgeving van honderden eilanden, bergen en watervallen. Eten doen we op verlaten stranden: een strook kiezel of zand aan de rand van het regenwoud.

Overnachten in een eenvoudig drijvend kamp. De lagen kleding en de ijsmuts zijn geen luxe en dan boffen we nog: weinig regen!

De overblijfselen van een enkele inblikfabriek of houtkap zijn in de oerbossen overwoekerd door de natuur. In WO II bleek een grote behoefte aan licht sterk en recht hout voor de Haviland Mosquito bommenwerper. In allerijl bracht men vaak verouderd materieel naar enkele eilanden, om het even snel weer achter te laten na de oorlog. Een voormalig ‘Whaling station’ is onderkomen voor de tweede nacht. Duizenden walvissen werden hier gekookt tot traan, mest en andere producten tot Canada in 1964 het Walvisverdrag tekende. Kurt en Susan zijn twee bewoners van de kleine groep die daarna op het verlaten eiland neerstreek. Ze zijn gebiologeerd door de natuur in één van de laatste bijna ongerepte gebieden. Susan kookt een fantastische zalmmaaltijd, Kurt blijkt een goede muzikant. Het ‘outhouse’ is het gebruikelijke toilet, het douchewater houtgestookt. In het eerste ochtendlicht staan we buiten. Op de drooggevallen plaat liggen nog botten van walvissen. In de ochtendstilte is de nevelfontijn van een walvis hoorbaar die door de zeestraat zwemt. Soms worden dingen beter.

Na het ontbijt van stevige pannenkoeken (meel gemalen met een hometrainer) varen we vanaf het station de deining van de open oceaan op naar S’Gang Gwaay (werelderfgoed Unesco). De eeuwenoude bomen zijn getuige geweest van de geschiedenis van de Haida bewoners. Zo’n 15 duizend jaar bewoonden ze de eilanden in hun longhouses en waren ze kunstenaars in hun enorme snelle kano’s. Na de komst van de rode ceder was deze boom de hofleverancier. Er werden huizen, kano’s, manden (bast) en kleding van gemaakt. Voor de Haida was hun geest soms mens, soms dier. Een wereld waarin alles afhankelijk is van de andere dingen. De clans zijn verbonden aan de raaf en de adelaar die in de kunstig gesneden totempalen zichtbaar zijn die ooit de ingang van de longhouses markeerden. Wij zien de overwoekerde dikke balken van overblijfselen van de longhouses. We bewonderen de begrafenispalen waarin de lichamen na enkele jaren van composten bijeengebonden werden bijgezet. Het cederhout vergaat langzamerhand. Een enkele gedachtenispaal staat nog overeind.

Wat gebeurde met de Haida’s? In de late 18e eeuw voer men met de kano’s langs de Canadese en Amerikaanse kust. Zelf Japanse sporen zijn gevonden. Ontdekkingsreizigers meldden zich en zagen de prachtige pelsmantels van de chiefs. In dertig jaar werden de Haida’s rijk, kregen alcohol, vuurwapens en ziektes en was er geen zeeotter meer over. Onvoorstelbaar is het leed eind 19e eeuw: 90% sterft tijdens een pokkenepidemie. Overgebleven Haida worden, gestimuleerd door de missie, overgebracht naar het noordeiland. Een niet afgemaakte kano in het regenwoud getuigt van het drama dat zich afspeelde. Hun prachtige huizen, palen, graven worden in de periode tot 1950 (leeg)geroofd. De laatste 50 jaar heeft hun cultuur weer erkenning gekregen en keren hun kunstschatten en geroofde graven van voorouders langzaam terug. Een gehavend volk dat zich maar langzaam herstelt. Nu zijn er Haidawachten die in de zomer de kleine groep bezoekers begeleidt.

Zo zwerven we weer terug naar het Noorden langs verlaten Haida dorpen. De oliepakken zijn soms zowel voor het zoute als zoete water nodig. Als we vier dagen later van de ferry komen en in de auto stappen lijkt het een onwerkelijke (vermoeiende) belevenis.

Na het uitslapen toetsen we onze kennis in het Haidamuseum in Skidegate. Later op de dag rijden we naar het Haidadorp Masset in het Noorden. De sleutel van de hotelkamer krijgen we van een dame die in 1980 als Vietnamese bootvluchteling naar Winnipeg is gekomen. Met haar Duitse man runt ze het hotel. De Haidakunst in de vorm van houtsnijwerk, uitgesneden argelliet en abstracte dierenverbeeldingen is gewild. Als we door het, soms wat verpauperde dorp rijden zien we ineens beitelende mannen. Onder leiding van een Haida kunstenaar wordt gewerkt aan een massieve moderne totempaal. Bijna iedereen groet elkaar, ook in de auto. Niets kan de mengeling van culturen beter weergeven dan de totempaal voor het kerkje. Tow Hill speelt een belangrijke rol in de ‘storytelling’ van de Haida. Vanaf de berg zien we de lange verlaten zandstranden. Onze zoektocht naar koffie is lastig maar eindigt verrassend in een oude schoolbus die in het bos is geparkeerd: vers gebak en dampende koffie.

In de middagzon slenteren we over de steigers van de vissershaven. De naam op de spiegel van de ‘Spirit of Haida’ spiegelt in het water. In een bonte indrukwekkende mengeling van indringende natuur en cultuur hebben we een prachtige inkijk in deze ‘Spirit’ gekregen!

Reizigersgroet,

Wim en Koen

Reacties

Reacties

Marijke Christie

Zo bijzonder!!!

Rebecca de Buck

Ik lees weer zoveel dingen die nieuw voor mij zijn. Naast leuk dus ook leerzaam jullie reisverhaal :)!

monique jansen

Weer genoten van dit reisverhaal. Zo prachtig verteld, lijkt of ik zelf meereis!! Kijk uit naar het volgend verslag-! Hug

Marian

Wow, wát een bijzondere ervaringen, super gewoon!!!

Tineke

mmmmmm voer voor een avondje filosoferen.

Rina

Wederom een fantastisch verhaal, goed omschreven, waardoor je het gevoel krijgt het zelf mee te beleven

{{ reactie.poster_name }}

Reageer

Laat een reactie achter!

De volgende fout is opgetreden
  • {{ error }}
{{ reactieForm.errorMessage }}
Je reactie is opgeslagen!