Van Port Orford naar Olympic Park
Hallo allemaal,
Hier het vervolg van onze reisimpressies.
Wat we vergaten te vermelden over onze terugtocht van de vuurtoren van Port Orford is het 'tentenkamp'. Honderden kleine tentjes in de regen bleek een kampement te zijn van vrijwilligers uit alle
hoeken van de VS voor het bestrijden van de bosbranden in dit deel van Oregon. Getraind en georganiseerd door de federale overheid zijn deze vrijwilligers onmisbaar. In het haventje van Port Orford
meer je niet aan, maar de botenlift zet je steeds op de kade! Wonderlijk dat dit kan bestaan.
Dat de kust hier mooi verraderlijk is bewijzen de vuurtorens die we op de tocht naar Newport dichtbij of op afstand zien. Cape Arago is zo'n punt, maar ook de pleisterplaats van een grote kolonie
zeeleeuwen en wat zeehonden. Ze glijden door het woelige oceaanwater om daarna neer te 'kwakken' op een rots voor een zonnebad. Riviertjes wateren uit in de oceaan, waardoor het nabije achterland
een mooi geulen- en kwelderlandschap heeft tussen de heuvels.
Vroeg in de ochtend zien we hoe de otters worden gevoerd. De kleurrijke anemonen zijn prachtig, maar sommige vissen kijken wat sip in het zeeaquarium. Newport was een van de belangrijkste havens in
de 19de eeuw. Scheepsstrandingen hoorden daar niet bij, zodat men de Yaquina vuurtoren bouwde. Die voldeed niet, vandaar dat we ook oog in oog staan met de' Yaquina Head Lighthouse'. De vangst van
de dag kopen, een heerlijke 'Clam Chouder' en naar ongegeneerd zonnende zeeleeuwen kijken: het kan allemaal bij de gezellige oude haven van Newport. We eten onze eerste (!) smakelijke hamburger
onder het toeziend oog van zes grote beeldschermen met American Football. Specialiteit: laagje pindakaas onder de hamburger.
Van Newport gaat de tocht in de regen richting Astoria. Nevelige kusten en klippen en verstilde waterlandschappen trekken voorbij. Het Meares Lighthouse staat al 1,5 eeuw als een baken op de klip
die, zoals veel uitzichtpunten en vuurtorens, toegankelijk zijn als nationaal- of statepark (met kaart). We bewonderden al houten villa's en nu kunnen we toevallig via Airbnb zelf een exemplaar
voor twee nachten bewonen. Astoria heeft een rijke geschiedenis van scheepvaart, visserij en houtbouw en heeft nog een authentiek centrum rondom het fraaie theater. Heksen moeten nog wat oefenen
voor Halloween, want ze crashten tegen de lantarenpalen. Aan de antieke eettafel nuttigen we onze salade met kip, avocado, mango en tomaten.
Cape Disappointment is weer weg van alles. Vanuit Astoria rijdend we de lange landtong op waar eerst Oysterville in beeld komt. De oester lijkt hier wel 'volksvoedsel' en wordt ook ingemaakt. De
kaap wordt ook door twee vuurtorens bewaakt. De heren Lewis en Clark, die in 1804 de eerste expeditie vanuit het dan bekende Amerika (St Louis, Missouri-rivier) over de bergen naar de westkust
volbrachten, hielden hier kampement. Eigenlijk ging de tocht van de Missouri naar de gedeeltelijk in kaart gebrachte Columbiarivier. Een mooie presentatie maakt duidelijk dat dit zonder hulp van
verschillende indianenstammen nooit zou zijn gelukt. In de bric-a-brac van Astoria diept Wim een handmixer met bakelieten huis op ($ 7.50). Haar wat onzekere stem van de verkoopster verraad dat
haar moeder weliswaar zo'n soort apparaat had, maar ze zich inwendig afvroeg wie zoiets zou kopen.
Toegang tot de havens is essentieel en daarom heeft Astoria een spectaculair hoge 'mecanobrug' als overbrugging naar de staat Washington. We rijden over de brug de motregen van Washington in.
Onderweg naar het einddoel Forks nabij het Olympic National Park slaan we mondvoorraad en wat bakeliet in. Ondanks de lange autorit slaan we voor Forks eerst af naar het Hoh Rainforest voor een
korte trail door de 'Hall of de Mosses'. Dit noordelijk gelegen regenwoud kan zo het sprookjesboek in door de mossen die als lange baarden aan de takken hangen. Via een tweede ingang van het
Olympic Park rijden we naar de Sol Duc Falls. Onderweg staren wij samen met andere toeristen minuten naar een stroomversnelling. Niet voor niets heet dit punt de Salmon Jump. Koen zag een zalm, Wim
knipperde op het verkeerde moment met zijn ogen. Ook hier is het regenwoud indrukwekkend. We zijn vroeg in de ochtend en het vocht uit de mossen verdampen door de warme zon. In de middag rijden we
het Indianenreservaat van de Quileute stam binnen. Via een zijweg belanden we midden in het dorp dat de indruk van een gezellige chaos geeft. Kinderfietsjes op de weg, overal speelgoed en oude
auto's. Zo bereiken we het ruige strand van La Push dat uitzicht geeft op de puntige rotseilandjes. Pelikanen voeren een show van zweven en duiken op. Tegen de enorme bomen die als lucifertjes zijn
aangespoeld valt Koen nauwelijks op.
Gehorig is een eufemisme voor het motel in Forks. Om half 6 toch wakker en dus vroeg op pad voor het laatste bezoek aan het Park: Hurricane Ridge. Het kan er spoken, maar wij staan in een wam
zonnetje oog in oog met de machtige toppen bedekt met sneeuw. Op lagere hoogte laat de 'foliage' al de eerste kleurschakering zien van de herfstbladeren. Kort voor Sequim, ons einddoel, lopen we de
zandbank op van het Dungeness National Wildlife Refuge op. In de verte zien we de vuurtoren die voor de banken moet waarschuwen en die overkapt lijkt te zijn door de sneeuw van Mount Baker, die we
ook vanaf de San Juan eilanden zagen. De cirkel is bijna rond. In het Mariners Café eten we geroosterde oesters, gebakken St Jacobsschelpen en gebakken kabeljauw.
Reizigersgroet,
Koen en Wim.
Reacties
Reacties
Heerlijk om relaxt gezeten op de bank van jullie verhaal te genieten
Reageer
Laat een reactie achter!
- {{ error }}