Kings Canyon is onze eerste hotspot. Mooi en heet, met een waarschuwing voor temperaturen tussen 35 en 45 graden. Soms vergelijken we de natuur met bijv. Bryce Canyon in de VS. Die is mooier, maar de onherbergzame natuur is indrukwekkend, waarin de waterholes zoals in Kings Canyon vaak het laatste toevluchtsoord zijn voor Aboriginals en de dieren. Op de verharde weg schieten we goed op richtig Ayers Rock of Uluru (heiligdom van de Aboriginals). Ook Koen rijdt in de Toyota Landcruiser met schakelen! Nieuwsgierigheid leert dat er een achtcilinder motor onder de kap zit. We rijden de ene tank leeg en dan hebben we nog 80 liter.

Ayers Rock is een fenomeen. Op grote afstand lijkt het een solide rots. Bij nader onderzoek zie je de meest wilde grotten, gaten en wonderlijke figuren in de rots. Wij gaan vroeg naar de zonsondergang en koken bij het vallen van de avond. Het is behoorlijk bewolkt en veel mensen gaan eerder weg. Wij vestigen onze hoop op een kleine spleet blauw aan de horizon. Een paar minuten voor zonsondergang kleurt de rots plotseling rood. Het lijkt bijna een ingeslagen meteoriet die nog nagloeit van de reis door de ruimte.

Dit gebied is teruggeven aan de oorspronkelijke Aboriginalbevolking en wordt nu geleasd door de Australische overheid. In een cultureel centrum leren meer over de bijzondere wijze waarop dit volk eet van deze barre natuur. Rondom de rots leven drie gemeenschappen. Het grootste deel van de 'eigen wetten' wil men niet delen met anderen. Komt allemaal nogal geheimzinnig over.

's Middags in de bloedhitte naar de Olga's, een partij in het landschap gedropte rotsen. In combinatie met Uluru blijven het wel heel typische onderbrekingen van het ééntonige landschap en daarmee een verklaarbaar bedevaartsoord voor Aboriginals en toeristen.

Voor Aboriginals zijn het heilige plaatsen waar de geesten van overledenen naar toe gaan. De stoffelijke geest gaat verloren.

's Middags krijgen we in één van de droogste gebieden op aarde een fikse onweersbui. 's Ochtends om vijf uur twijfelen we even vanwege de bewolking, maar gaan toch op pad om Uluru bij zonsopkomst te zien. Dat doen we met honderden andere toeristen. Ondanks de wolken toch mooi. Wij parkeren de camper zo dat we een uurtje later (in een compleet verlaten park) kunnen ontbijten met zicht op de prachtige rots.

Een lange rijdag naar Alice Springs (450 km). We stoppen soms om even de benen te strekken. Meer dan honderdvijftig kilometer zonder één stukje bebouwing, een bijzondere ervaring. Dicht bij Alice Springs schakelen we de 4-wheels weer in voor een bezoek aan de Rainbow Valley, (Wurre voor Aboriginals), 50 km retour. Prachtige rotspartijen die in duizenden jaren door het water zijn uitgesleten tot bizarre vormen. Soms lijkt het één grote berg beenderen. We krijgen weer een fikse bui waarbij de rode gravel om de auto heen spat. Nu snappen we waarom het landschap zo groen is.

Terug in Alice Springs geven we de overbodige schoenen en kleding aan de Aboriginals. Heerlijk om weer even op een airconditioned hotelkamer te zijn, na het kamperen in de compacte en hete auto. Omdat we alles hebben gezien wat we wilde in dit gebied vliegen we 2 dagen eerder dan gepland naar Sydney. We gaan die 2 dagen we naar de Blue Mountains.

Hartelijke groeten van Koen en Wim.