koenenwim.reismee.nl

Van Newfoundland via Quebec naar Labrador

Hallo allemaal,

Hier het vervolg van onze reisimpressies. Deze reis voert dieper Newfoundland in waarna we de oversteek naar Quebec/Labrador maken.

Bonavista heeft meer in petto. De op vier na oudste vuurtoren van Newfoundland is een beauty en viert feest: internationale vuurtorendag. In perspectief: in 1833 was er één vuurtoren, in 1890 kon op 44 torens langs de 6000 mijl aan kustlijn worden genavigeerd. De familie van de vuurtorenwachter beschikte over een voor die tijd comfortabele woning. Naast een beschutte haven, die in 1497 als eerste Europeaan door de Venetiaan Giovanni Caboto (beter bekend als John Cabot) werd ontdekt, is de kust grillig en imposant.

De Ryan familie zat in handel en vis. De vissersbond in Port Union moest o.a. met deze familie in Bonavista onderhandelen. Het bedrijf heeft tot 1960 bestaan en de houten gebouwen en het elegante woonhuis zijn gerestaureerd en stralen de rijkdom uit. Binnen wordt uitgelegd waarom er zoveel vis rondom Newfoundland zit. Dat komt voornamelijk door een combinatie van drie zeestromingen. De zeehondenjacht was eerst een lucratieve bijverdienste van de vissers, maar groeide al snel uit tot een geïndustrialiseerde moordmachine met enorme schepen. Het was gevaarlijk werk, omdat de schepen door het ijs moesten manoeuvreren en men vaak van schots tot schots moest springen. Onderweg naar onze volgende pleisterplaats Gambo rijden we door het Terra Nova park. Opvallend in dit deel van Newfoundland zijn de grote zwerfkeien die door gletsjers zijn meegevoerd.

's Avonds in het dorp Gambo eten we kabeljauw met kabeljauwwangetjes (een delicatesse). De eigenaar van de 'Freshwater Inn' suggereert een bezoek aan 'living history' in het vissersdorp Newtown. Dat blijkt de volgende dag erg interessant. Het huis uit 1873 en bedrijfsgebouwen van de rijke handelsfamilie Barbour zijn geschonken aan de provincie en toegankelijk met een rondleiding. Het is een fascinerende inkijk in puissante rijkdom in vergelijking met de arme bevolking. Ook dit huis had vele kruisen door verdrinkingen op zee of Lester Barbour die sneuvelde in WO I. Zijn generatie, die voor Koning en vaderland ging vechten, is dood of getroebleerd. Kapitein Job Barbour belandde in de winter van 1929/30 met zijn schip de 'Neptune II' in een orkaan boven Newfoundland, wist zijn zwaar gehavende schip drijvende te houden en raakte zo gedesoriënteerd dat hij stomverwonderd na 44 dagen in Schotland uitkwam.

Newtown wordt niet voor niets het Venetië van Newfoundland genoemd. Het ligt prachtig op de verschillende eilandjes. Het had niet veel gescheeld of de Barbour familie was het Beothuk volk nog tegengekomen. Deze indianenstam zakte van Labrador af naar Newfoundland. In de 16e en 17e eeuw vermeden zij contact met de seizoensvissers uit Europa. Wel gingen zij in de winter op zoek naar achtergelaten ijzerwaren waar ze voor hen nieuwe hulpmiddelen van maakten. In 1981 ontdekte men overblijfselen van deze stam hiertoe aangezet door volksverhalen over de 'indianenrivier' (zoetwatervoorziening van de indianen). Het volk is o.a. door latere schermutselingen met Engelsen en ziekten in 1830 uitgestorven, maar komt door het museum tot leven. Mooi is de uitnodiging om uit respect in de 'spiritgarden' een offerande op te hangen. We rijden het Twillingate schiereiland op en zitten na enige tijd aan de vismaaltijd op ons terras. De haven van Twilingate wordt bediend door een fraaie vuurtoren. Het vergezicht in de vroege ochtend vanaf de top waarop dit baken staat, maakt duidelijk waarom het zo belangrijk was om deze navigatiehulp te installeren.

Onderweg naar Springdale valt weer op dat de inclusieve maatschappij in Canada hoog in het vaandel staat. De regenboogkleuren zijn vaak te zien in het straatbeeld. We zijn een paddenstoel- en vogelfoto rijker na een korte hike en kijken daarna een Atlantische zalm in de ogen die er net duizenden kilometers op heeft zitten. Een kleine volg antenne bungelt onder het lijf. Hij kan hier komen door de vele visladders die de afgelopen jaren zijn gebouwd om langs de waterkrachtwerken te kunnen zwemmen. De hoeveelheid zalm in de rivier is daarna spectaculair gestegen. Een bejaarde 'ranger-dame' legt uit dat de Atlantische zalm i.t.t. de Pacific zalm niet sterft na de eerste voortplanting. Ze kunnen het heen en weer zwemmen jaren volhouden!

Springdale ligt in de oksel van de diepe Halls Bay. Onze 'cottage' staat op een kleine landtong met een vogeleilandje er voor. Binnen is alles zo geperfectioneerd en gelabeld dat we er wat lacherig van worden. Wij zijn meer van de comfortabele blokhut. Om Koen zijn nachtrust te gunnen gaan we op zoek naar de ijsberg die hij op 'Icebergfinder' heeft gezien. Diep in niemandsland zien we het vissersbestaan: een hut voor de spullen, de kooien voor kreeft en krab staan buiten en een klein woonhuisje met een berg hout voor de winter. Hoe we ook staren, de ijsberg zien we niet.

Op de Trans-Canadian Highway kunnen we een paar uur meters maken naar het Gros Morne National Park. Meteen zien we de indrukwekkende steile bergketens. De parkenpas komt weer van pas. We lopen vanaf de weg een paar kilometer naar de Western Brook Pond waar we een rondvaart langs de indrukwekkende hellingen maken. Nu een Pond, vroeger een Fjord. Het dichtslibben van de zee-opening en zeespiegeldaling hebben de zoute fjord in duizenden jaren in een zoet meer veranderd. Bijkomen in onze blokhut (jawel!) in Rocky Harbour en we zien de vuurtoren in het avondlicht.

Vroeg dag voor de lange rit naar St Barbe voor de afvaart van de ferry naar Blanc Sablon in Quebec. We drinken koffie uit de dagelijkse thermoskan met uitzicht op mooi door de zee uitgesleten rotsbogen. Na een kleine omweg lezen we bij haar oorspronkelijke huis het levensverhaal van Myra Grimsley Bennet. Stel je voor: je verwezenlijkte je droom om gediplomeerd verpleegkundige te worden en besluit dan in 1921 de meest afgelegen medische hulppost op Newfoundland op te zetten. Door barre omstandigheden bereisde ze Noordwest Newfoundland om haar patiënten te helpen. Soms nam ze behoeftige mensen in huis naast haar eigen man en kinderen. Petje af en mooi dat deze pioniers levend worden gehouden en mooi dat ze in goede gezondheid 100 is geworden.

Enkele decennia geleden ontdekte men op het schiereiland van Port au Choix een jongensgraf. Begraven met het gezicht naar beneden en omgeven door mooie gebruiksartikelen. Archeologisch onderzoek wees uit dat al 4500 jaar sprake was van menselijke bewoning met vier culturen. Het Maritime Archaic volk was het thuis van de jongen. Het volk kwam van Labrador, vermoedelijk toen daar de ijstijd het leven onmogelijk maakte. Qua leven en behuizing vormt dit volk een voorloper van de eerder beschreven Beothuk.
De routeplanner wijst de kortste weg. Na een stukje verharde weg wordt het gravel/steenslag met grote kuilen. Veertien kilometer stuiteren en slalommen is geen pretje en we komen gelukkig nog enigszins op tijd voor de ferry. Na een kleine twee uur ontschepen we op het bescheiden aanlandingspunt Blanc Sablon in Quebec: Frans, katholiek en 1,5 uur vroeger dan Newfoundland. Wij houden die tijd aan want morgen rijden we Labrador (met de "oude tijd") binnen. Onze pleisterplaats is Auberge Quatre Saisons. In de kleine houten hal hangt een foto van de eigenaren als trots echtpaar. Alles open, niemand te zien. Dan herkent Wim een oude dame. De vergelijking met de foto is frappant, maar er zit wel 50 jaar tussen. Haar zoon maakt ons wegwijs in de 'zelfservice keuken' en wijst de weg naar het comfortabele chalet. Zijn moeder is 87.

Na het zelfservice ontbijt op weg naar Port Hope Simpson. Een oud kerkje herbergt de Labrador tourist information. Een aardige jongen vertelt dat de wegconditie goed is en dat we zeker naar de hoogste vuurtoren moeten gaan. Op de heenweg (we komen weer terug in Blanc Sablon) dompelen we ons onder in de geschiedenis van de Baskische walvisvaarders. In de 16e en 17 eeuw waren het seizoenarbeiders uit wat nu Frans en Spaans Baskenland is. De duizenden afgeslachte walvissen voorzagen een groot deel van Europa van lampolie en de baleinen werden o.a. voor hengels en de smalle damestailles gebruikt. Na een reis werd de opbrengst verdeeld tussen de scheepseigenaar, de oliehandelaar en de bemanning. Aan het einde van de 17e eeuw waren de walvissen op en het beetje gedroogde kabeljauw was onvoldoende voor een winstgevende onderneming. De Basken wilden het in het Arctische gebied proberen, maar intussen hadden o.a. de Engelsen en Nederlanders de kunst van de walvisvangst afgekeken en dat visgebied 'bezet'.

De verharde weg blijft goed, het landschap wordt woester. Eenzame vissers hebben hun houten loodsjes in de kleine baaien gevestigd. Voor Port Hope Simpson draaien we de uitstekende gravelweg naar St Lewis op. Een aantal stofwolken later staan we op het uiterste puntje van het Canadese vasteland. Onze koffie is op en we hebben trek. Koen kijkt een oude loods in en meldt dat de oude supermarkt niet meer is. Toch even de deur gevoeld en zowaar na een uitgeleefde entree volgt een supermarkt. De oude dame zit om een praatje verlegen en natuurlijk kopen we wat. De laatste grote ijsberg die binnendreef is al enkele weken geleden, helaas. Gouden tip: de 'moderne' supermarkt heeft een koffiezetapparaat. Daar laven we ons voordat we de gravelweg terug nemen. Tegen half 6 rijden we Port Hope Simpson binnen en nemen onze intrek in het Alexis hotel.

Morgen steken we over naar de oude vissersnederzetting Battle Harbour.

Reizigersgroet,
Koen en Wim.



Reacties

Reacties

Laurens

Met zoveel historie en de manier van het verhalen is het terug in de tijd voor de lezer. Vandaag dus Battle Harbour. Verdwaal niet op dit eiland. Zou goed in de Floortje reeks kunnen passen.

Lenie

Wat een mooie beschrijving van de reisdagen. Jullie maken veel interessante uitstapjes en de omgeving is erg mooi aan de foto’s te zien?

Luc

Een mooi gedetailleerd verhaal. Google Maps heeft echter moeite om van jullie plaatsnamen een route te maken. De Oostkust van Canada is gigantisch.

Margaret

Weer een mooi bericht van jullie! Boeiend op deze manier een beetje de sfeer mee te krijgen??

marjolein

in het verre verre oostelijke canada. is het in de zomertijd koud? geen bosbranden waarschijnlijk. nog een ijsberg kunnen spotten? hg

Rina

Wat een prachtig reisverhaal weer.
Of je zomaar een boek aan het lezen bent en wacht op het volgende hoofdstuk!!

Geke

Wat een mooie reis, jullie zoeken het einde van de wereld op daar, lijkt wel. Prachtige foto's ook. We zien uit naar de volgende verhalen en foto's.

{{ reactie.poster_name }}

Reageer

Laat een reactie achter!

De volgende fout is opgetreden
  • {{ error }}
{{ reactieForm.errorMessage }}
Je reactie is opgeslagen!