koenenwim.reismee.nl

Van Labrador via Quebec weer naar Newfoundland en terug naar Nova Scotia

Hallo allemaal,

Hier het vervolg van onze reisimpressies. We reizen van Labrador via Quebec weer naar Newfoundland en terug naar Nova Scotia.

Met zes personen stappen we aan boord van het kleine pendelbootje Trinity Pride dat ons in vijf kwartier over een kalme buitenbaai naar Battle Island en Battle Harbour brengt. Op de zeekaart krioelt het van de eilandjes en rotspartijen. Achter het grote baken ligt de beschutte haven. Daarachter ontvouwt zich de nederzetting die eens tot de belangrijkste vissers- en visbewerkingsplaatsen van de 6000 km lange kust van Labrador behoorde. In de 50-er en 60-er jaren voerde de Canadese overheid een actief beleid om inwoners van de tientallen vissers nederzettingen te concentreren in enkele dorpen. Labrador had zich kort daarvoor losgemaakt van het Verenigd Koninkrijk en was tot het Canadese gemenebest toegetreden. Omdat iedereen recht heeft op adequate transportverbindingen rezen de kosten de pan uit. Nadat de school ook op het vasteland werd geconcentreerd trokken de bewoners van Battle Harbour met zeer gemengde gevoelens naar Mary's Harbour. Generaties hadden in de zomer keihard gewerkt in de visvangst en visverwerking en in de barre winter, waarin vanwege ijsgang vaak geen verkeer met het vaste land mogelijk was, lief en leed gedeeld. De maritieme elementen kregen vat op Battle Harbour en de vele andere houten nederzettingen raakten vervallen. Aan de gemeenschappelijke eettafel vertelt een 'local', een dagje in de haven, dat er soms nog wel iets voor de jeugd werd georganiseerd. Het moratorium op de kabeljauwvangst in 1992 dreigde de doodklap voor de vissers in Mary's Harbour te worden. Oude sentimenten over Battle Harbour en o.a. de noodzaak van vervangend werk leidden tot het plan om de culturele en fysieke erfenis te conserveren en toegankelijk te maken. Zo ontstond de Battle Harbour Historic Trust waarin vroegere vissers en andere dorpelingen werk vonden. De haven en de huizen werden successievelijk hersteld en verhalen gecodificeerd.

De oorspronkelijke Merchants Inn ligt aan de rand van het dorp bovenop een rots uitkijkend over de oceaan. We blijken de enige tijdelijke bewoners van het oude houten huis (het kan ook druk zijn). Een lokale dame geeft ons een zeer persoonlijk ingekleurde en soms emotionerende rondleiding. Haar vader werkte in Battle Harbour en zij heeft de teloorgang meegemaakt. Een maand na haar moeders dood in februari van dit jaar solliciteerde zij bij de Trust. Ze kon niet beter op haar plaats zijn. In de zoutkeet waar de gefileerde kabeljauw in zout werd gelegd versterkt de geur de beelden. Zo ook op de touw- en nettenzolder waar de pittige geur van geoliede manilla en getaand hennep het verleden doen herleven van de zeilende visvaart. We hebben geluk met het goede weer. Smalle paden door mossen en over rotsen voeren ons naar mooie vergezichten op het eiland, langs de twee kleine begraafplaatsen en de resten van een tragische crash van een watervliegtuig. Er staat een koude wind dus fleece, windjack en muts komen van pas. Tussendoor schuiven we aan tafel voor ontbijt, lunch en diner. Onze jonge tafelpartners komen uit Newfoundland en hebben vrienden in Mary's Harbour. Het leven op Labrador is niet makkelijk. Zeker niet omdat zowel de Verenigde Staten als de Europese Unie alle producten gemaakt van zeehondenbont hebben verboden. Dit terwijl de zeehond hier een plaag schijnt te zijn, omdat ze met duizenden de vis opeten. Revanche voor de moordpartijen uit het verleden? Men probeert andere producten van zeehondenvlees en de huiden te maken. Een schril contrast met de 'knuffelzeehonden' in Pieterburen! Maar ja, wat is het verschil met de duizenden dieren in onze bio-industrie? De straffe wind giert om het huis en wij zitten bij de houtkachel in de kleine woonkamer; een halve maan werpt een schaars licht op de rotsen en de oceaan.

Tijdens ontbijt, lunch en diner worden we verwend met veelal lokale (vis)gerechten. De bessen (bake-apple is hier favoriet) maken de gerechten af. We leren veel aan tafel over de regio omdat er ook mensen uit Happy Valley - Goose Bay aanschuiven (zo'n 450 km naar het Noorden). Ze komen voor een weekend naar Battle Harbour waar accommodatie voor alle prijsklassen is. Een klein cruiseschip van National Geographic doet het eiland met zodiacs aan. Een paar uur lang lopen de (oudere) onderzoekers over het eiland o.a met een gids. Wij wandelen, zitten in de gezellige lounge met haardvuur en werken aan het verslag. 's Avonds zien we de eerste geluidsfilm (1930) die t.b.v. fondswerving is gemaakt door Dr Grenville, een arts die langs kusten van Newfoundland en Labrador medische posten heeft opgericht. De film die met een, in onze tijd wat lachwekkend, romantisch sausje is overgoten, blijkt fascinerend omdat op het ijs de barre werkomstandigheden van de zeehondenjagers is gefilmd. Eerst het schip keer op keer loshakken of met dynamiet het ijs breken om bij zeehonden te komen. Dan van schots tot schots springen om zo dichtbij te komen dat ze geschoten konden worden. Daarna met huiden en vet over de schotsen terug naar het schip. In onze tijd een lugubere bezigheid, maar toen een middel voor de vissers om wat bij te verdienen zonder aan de groothandelaren te moeten afdragen.
In de vroege ochtend van ons vertrek hult een witte zeemist de nederzetting in een deken. De regen lost de mist op en zo varen we terug naar Mary's Harbour. Het wordt droog en we hiken naar een kleine waterval. Nieuwsgierige patrijsachtige vogels vergezellen ons en de paddenstoelen doen al aan de herfst denken. We laven ons aan koffie en lunch in de enige koffietent die we tot nu toe op Labrador zijn tegengekomen: Het Caribou Café. Dan terug naar Port Hope Simpson voor een relaxte middag. De aardige en typisch-relaxte eigenaresse blijkt zowel de balie als de was en de keuken te bemensen.

De regen klettert en de wolken hangen laag als we naar het zuiden terug rijden. We rijden de wolken uit en genieten van het uitzicht vanaf Point Amour Lighthouse. De meeste oceaanstomers kwamen hier voorbij vanwege de 200 mijl kortere weg door de Strait of Belle Isle. Voor ons diner wilden we liever geen diepgevroren vis en zo haalden we bij de Union Shrimp Company (vandaag kabeljauwdag) in L'Anse Amour een pond vis (bleek veel meer te zijn voor € 5). Bijna niemand rijdt voorbij Blanc Sablon omdat de weg na 50 km ophoudt. Maar op advies van de herbergier van de Auberge Quatre Saisons rijden we door: een prachtig landschap met een spectaculaire waterval! In de vertrouwde cabin diner met de verse vis en vroeg slapen. Om 9 uur staan we keurig een uur tevoren in de wachtrij voor de ferry terug naar St Barbe. Deze keer windkracht 7 in de lengterichting van de zeestraat van het mooie eiland, met hoge golven. Nauwelijks voor te stellen dat van februari t/m april de straat één massa van ijsschotsen is. Aan de overkant valt de 'drukte' op. We komen van Labrador met 30.000 inwoners en gaan weer naar Newfoundland (ruim 2.5 keer Nederland) waar 500.000 mensen wonen.

We gaan Noordwaarts en staan oog in oog met de overblijfselen van honderden miljoenenjaren oude levensvormen op de aarde: Thrombolieten. Zo leer je nog wat bij! Even een korte stop bij een piepklein haventje met dito vissersbootjes. De vogels scharrelen rond. Bijleren is ook het geval als we in de Unesco-site terug gaan naar het jaar 1000. De Noren (Vikingen waren veroveraars) kwamen via IJsland, Groenland en de kust van Labrador aan op dit Noordelijkste puntje van Newfoundland. In het landschap is de nederzetting duidelijk te zien, maar deze komt tot leven door de nagebouwde luxe plaggenhutten waar ook nog enkele stoere figuranten bijdragen aan het voorstellingsvermogen. Na een eerbetoon bij het massieve beeld van Leif Eriksson rijden we naar St Anthony voor de nacht. Het kleine vuurtorentje heeft vele ijsbergen voorbij zien drijven. Wij krijgen nogmaals de bevestiging dat het seizoen voor dit fenomeen echt voorbij is. Door het binnenland rijden we terug naar de westkust (Port Saunders). Op de weg van niets naar niets trekt het leven, zij het wat hobbelig, voorbij: de houtvoorraden voor de barre winter en de stapels krab- en kreeftvallen. Het weer verslechtert en het terras van de geriefelijke cabin blijft onbenut. Bij een grotere scheepswerf kunnen we ons niet bedwingen: lekkere patat bij een heuse frietkar. Door een kort gesprekje krijgen we meer inzicht in de visserij. Natuurlijk klaagt iedereen steen en been. Voor sommige soorten zoals Heilbot is de prijs te laag en op kabeljauw mag in Newfoundland niet worden gevist, maar op Labrador wel. Terwijl er volgens de vissers nog nooit zoveel kabeljauw in hun water heeft gezwommen. Kreeftvissers beleven gouden tijden. Ze krijgen 6 dollar (€ 4) en vangen zoveel dat ze in het seizoen van ongeveer zes weken 140.000 dollar verdienden. Onderweg naar de volgende vuurtoren komen we ze eindelijk tegen: Caribou's! Een weelderige vos kijkt tevreden in de avondzon.

Regen met bakken uit de lucht en sterk aantrekkende wind is geen pretje als we honderden kilometers langs de kust moeten rijden. Het levert spectaculaire beelden op. Zo zien we deze keer de 'Arches' in hoge golven en schuim. Verderop komen we in het Grosmorne Park bij het boeiende bezoekerscentrum van de 'Table Lands'. Hier is bewijs gevonden voor de theorie dat de continenten een geheel zijn geweest. Het is een van de weinige plaatsen op aarde (zo niet de enige) waar de oorspronkelijke aardkorst zichtbaar is. De oude oceaanbodem is een klein stukje over het Amerikaanse continent opgeschoven en daarna geërodeerd. Na weer een kleine twee uur rijden blijkt ons kleine motel in Stephenville op een voormalige militaire vliegbasis te liggen. Het was de officiersmess waar een straaljager blikvanger is. Hier werden vliegtuigen bijgetankt en binnen hangen fraaie foto's van de generatie propellervliegtuigen. Voor het agrarische en wat Frans georiënteerde plaatsje (een deel van het Franse Arcadie) was het vrij ontwrichtend: een invasie van Amerikanen en anderen die in 1941 op de basis kwamen werken en in 1966 weer vertrokken. In een ander gebouw huist een hotel waar we onverwacht geweldig eten met veel groenten!

Vroeg op voor de rit van twee uur naar de ferry vanuit Port-aux-Basques. De wind is weg, het water glooit nog wat na van de wind van gisteren. We varen weer terug naar onze startplek: Nova Scotia.

Reizigersgroet,
Koen en Wim.

Reacties

Reacties

Laurens

Wat een fantastische belevenissen. Jammer van de regen.

Luc

Opnieuw een mooi verhaal. Volgens mij kan je beter kreeftenvisser zijn dan ferry kapitein….

Rina

Prachtig verhaal weer, of we er zelf bij zijn en jammer van de heftige regen

Hans Schrijer

Moi, niet alleen een opvolger van Leif Erickson, ook wel een beetje van Cees Nooteboom. Ik bespeur wat literaire kwaliteiten. Misschien alleen nog wat interessante dialogen...

Jolanda

Super interessant en mooi verslag weer, boekwaardig !

Joke

Wat genieten jullie toch van zoveel verschillende culturen, “landen” en ook nog zoveel soorten “seizoenen “
Heerlijk om deze avonturen roman te lezen, weliswaar in het zonnetje hier,
Dan lijkt jullie verhaal helemaal van heel ver te komen; uit de andere wereld

{{ reactie.poster_name }}

Reageer

Laat een reactie achter!

De volgende fout is opgetreden
  • {{ error }}
{{ reactieForm.errorMessage }}
Je reactie is opgeslagen!