koenenwim.reismee.nl

Van Newfoundland via Quebec naar Labrador

Hallo allemaal,

Hier het vervolg van onze reisimpressies. Deze reis voert dieper Newfoundland in waarna we de oversteek naar Quebec/Labrador maken.

Bonavista heeft meer in petto. De op vier na oudste vuurtoren van Newfoundland is een beauty en viert feest: internationale vuurtorendag. In perspectief: in 1833 was er Ă©Ă©n vuurtoren, in 1890 kon op 44 torens langs de 6000 mijl aan kustlijn worden genavigeerd. De familie van de vuurtorenwachter beschikte over een voor die tijd comfortabele woning. Naast een beschutte haven, die in 1497 als eerste Europeaan door de Venetiaan Giovanni Caboto (beter bekend als John Cabot) werd ontdekt, is de kust grillig en imposant.

De Ryan familie zat in handel en vis. De vissersbond in Port Union moest o.a. met deze familie in Bonavista onderhandelen. Het bedrijf heeft tot 1960 bestaan en de houten gebouwen en het elegante woonhuis zijn gerestaureerd en stralen de rijkdom uit. Binnen wordt uitgelegd waarom er zoveel vis rondom Newfoundland zit. Dat komt voornamelijk door een combinatie van drie zeestromingen. De zeehondenjacht was eerst een lucratieve bijverdienste van de vissers, maar groeide al snel uit tot een geĂŻndustrialiseerde moordmachine met enorme schepen. Het was gevaarlijk werk, omdat de schepen door het ijs moesten manoeuvreren en men vaak van schots tot schots moest springen. Onderweg naar onze volgende pleisterplaats Gambo rijden we door het Terra Nova park. Opvallend in dit deel van Newfoundland zijn de grote zwerfkeien die door gletsjers zijn meegevoerd.

's Avonds in het dorp Gambo eten we kabeljauw met kabeljauwwangetjes (een delicatesse). De eigenaar van de 'Freshwater Inn' suggereert een bezoek aan 'living history' in het vissersdorp Newtown. Dat blijkt de volgende dag erg interessant. Het huis uit 1873 en bedrijfsgebouwen van de rijke handelsfamilie Barbour zijn geschonken aan de provincie en toegankelijk met een rondleiding. Het is een fascinerende inkijk in puissante rijkdom in vergelijking met de arme bevolking. Ook dit huis had vele kruisen door verdrinkingen op zee of Lester Barbour die sneuvelde in WO I. Zijn generatie, die voor Koning en vaderland ging vechten, is dood of getroebleerd. Kapitein Job Barbour belandde in de winter van 1929/30 met zijn schip de 'Neptune II' in een orkaan boven Newfoundland, wist zijn zwaar gehavende schip drijvende te houden en raakte zo gedesoriënteerd dat hij stomverwonderd na 44 dagen in Schotland uitkwam.

Newtown wordt niet voor niets het Venetië van Newfoundland genoemd. Het ligt prachtig op de verschillende eilandjes. Het had niet veel gescheeld of de Barbour familie was het Beothuk volk nog tegengekomen. Deze indianenstam zakte van Labrador af naar Newfoundland. In de 16e en 17e eeuw vermeden zij contact met de seizoensvissers uit Europa. Wel gingen zij in de winter op zoek naar achtergelaten ijzerwaren waar ze voor hen nieuwe hulpmiddelen van maakten. In 1981 ontdekte men overblijfselen van deze stam hiertoe aangezet door volksverhalen over de 'indianenrivier' (zoetwatervoorziening van de indianen). Het volk is o.a. door latere schermutselingen met Engelsen en ziekten in 1830 uitgestorven, maar komt door het museum tot leven. Mooi is de uitnodiging om uit respect in de 'spiritgarden' een offerande op te hangen. We rijden het Twillingate schiereiland op en zitten na enige tijd aan de vismaaltijd op ons terras. De haven van Twilingate wordt bediend door een fraaie vuurtoren. Het vergezicht in de vroege ochtend vanaf de top waarop dit baken staat, maakt duidelijk waarom het zo belangrijk was om deze navigatiehulp te installeren.

Onderweg naar Springdale valt weer op dat de inclusieve maatschappij in Canada hoog in het vaandel staat. De regenboogkleuren zijn vaak te zien in het straatbeeld. We zijn een paddenstoel- en vogelfoto rijker na een korte hike en kijken daarna een Atlantische zalm in de ogen die er net duizenden kilometers op heeft zitten. Een kleine volg antenne bungelt onder het lijf. Hij kan hier komen door de vele visladders die de afgelopen jaren zijn gebouwd om langs de waterkrachtwerken te kunnen zwemmen. De hoeveelheid zalm in de rivier is daarna spectaculair gestegen. Een bejaarde 'ranger-dame' legt uit dat de Atlantische zalm i.t.t. de Pacific zalm niet sterft na de eerste voortplanting. Ze kunnen het heen en weer zwemmen jaren volhouden!

Springdale ligt in de oksel van de diepe Halls Bay. Onze 'cottage' staat op een kleine landtong met een vogeleilandje er voor. Binnen is alles zo geperfectioneerd en gelabeld dat we er wat lacherig van worden. Wij zijn meer van de comfortabele blokhut. Om Koen zijn nachtrust te gunnen gaan we op zoek naar de ijsberg die hij op 'Icebergfinder' heeft gezien. Diep in niemandsland zien we het vissersbestaan: een hut voor de spullen, de kooien voor kreeft en krab staan buiten en een klein woonhuisje met een berg hout voor de winter. Hoe we ook staren, de ijsberg zien we niet.

Op de Trans-Canadian Highway kunnen we een paar uur meters maken naar het Gros Morne National Park. Meteen zien we de indrukwekkende steile bergketens. De parkenpas komt weer van pas. We lopen vanaf de weg een paar kilometer naar de Western Brook Pond waar we een rondvaart langs de indrukwekkende hellingen maken. Nu een Pond, vroeger een Fjord. Het dichtslibben van de zee-opening en zeespiegeldaling hebben de zoute fjord in duizenden jaren in een zoet meer veranderd. Bijkomen in onze blokhut (jawel!) in Rocky Harbour en we zien de vuurtoren in het avondlicht.

Vroeg dag voor de lange rit naar St Barbe voor de afvaart van de ferry naar Blanc Sablon in Quebec. We drinken koffie uit de dagelijkse thermoskan met uitzicht op mooi door de zee uitgesleten rotsbogen. Na een kleine omweg lezen we bij haar oorspronkelijke huis het levensverhaal van Myra Grimsley Bennet. Stel je voor: je verwezenlijkte je droom om gediplomeerd verpleegkundige te worden en besluit dan in 1921 de meest afgelegen medische hulppost op Newfoundland op te zetten. Door barre omstandigheden bereisde ze Noordwest Newfoundland om haar patiënten te helpen. Soms nam ze behoeftige mensen in huis naast haar eigen man en kinderen. Petje af en mooi dat deze pioniers levend worden gehouden en mooi dat ze in goede gezondheid 100 is geworden.

Enkele decennia geleden ontdekte men op het schiereiland van Port au Choix een jongensgraf. Begraven met het gezicht naar beneden en omgeven door mooie gebruiksartikelen. Archeologisch onderzoek wees uit dat al 4500 jaar sprake was van menselijke bewoning met vier culturen. Het Maritime Archaic volk was het thuis van de jongen. Het volk kwam van Labrador, vermoedelijk toen daar de ijstijd het leven onmogelijk maakte. Qua leven en behuizing vormt dit volk een voorloper van de eerder beschreven Beothuk.
De routeplanner wijst de kortste weg. Na een stukje verharde weg wordt het gravel/steenslag met grote kuilen. Veertien kilometer stuiteren en slalommen is geen pretje en we komen gelukkig nog enigszins op tijd voor de ferry. Na een kleine twee uur ontschepen we op het bescheiden aanlandingspunt Blanc Sablon in Quebec: Frans, katholiek en 1,5 uur vroeger dan Newfoundland. Wij houden die tijd aan want morgen rijden we Labrador (met de "oude tijd") binnen. Onze pleisterplaats is Auberge Quatre Saisons. In de kleine houten hal hangt een foto van de eigenaren als trots echtpaar. Alles open, niemand te zien. Dan herkent Wim een oude dame. De vergelijking met de foto is frappant, maar er zit wel 50 jaar tussen. Haar zoon maakt ons wegwijs in de 'zelfservice keuken' en wijst de weg naar het comfortabele chalet. Zijn moeder is 87.

Na het zelfservice ontbijt op weg naar Port Hope Simpson. Een oud kerkje herbergt de Labrador tourist information. Een aardige jongen vertelt dat de wegconditie goed is en dat we zeker naar de hoogste vuurtoren moeten gaan. Op de heenweg (we komen weer terug in Blanc Sablon) dompelen we ons onder in de geschiedenis van de Baskische walvisvaarders. In de 16e en 17 eeuw waren het seizoenarbeiders uit wat nu Frans en Spaans Baskenland is. De duizenden afgeslachte walvissen voorzagen een groot deel van Europa van lampolie en de baleinen werden o.a. voor hengels en de smalle damestailles gebruikt. Na een reis werd de opbrengst verdeeld tussen de scheepseigenaar, de oliehandelaar en de bemanning. Aan het einde van de 17e eeuw waren de walvissen op en het beetje gedroogde kabeljauw was onvoldoende voor een winstgevende onderneming. De Basken wilden het in het Arctische gebied proberen, maar intussen hadden o.a. de Engelsen en Nederlanders de kunst van de walvisvangst afgekeken en dat visgebied 'bezet'.

De verharde weg blijft goed, het landschap wordt woester. Eenzame vissers hebben hun houten loodsjes in de kleine baaien gevestigd. Voor Port Hope Simpson draaien we de uitstekende gravelweg naar St Lewis op. Een aantal stofwolken later staan we op het uiterste puntje van het Canadese vasteland. Onze koffie is op en we hebben trek. Koen kijkt een oude loods in en meldt dat de oude supermarkt niet meer is. Toch even de deur gevoeld en zowaar na een uitgeleefde entree volgt een supermarkt. De oude dame zit om een praatje verlegen en natuurlijk kopen we wat. De laatste grote ijsberg die binnendreef is al enkele weken geleden, helaas. Gouden tip: de 'moderne' supermarkt heeft een koffiezetapparaat. Daar laven we ons voordat we de gravelweg terug nemen. Tegen half 6 rijden we Port Hope Simpson binnen en nemen onze intrek in het Alexis hotel.

Morgen steken we over naar de oude vissersnederzetting Battle Harbour.

Reizigersgroet,
Koen en Wim.



Van de Oude naar de Nieuwe Wereld

Hallo allemaal,

Zeven jaar geleden reisden we naar Toronto om daarna per trein, auto en bootverbindingen via de eilanden van Haida Gwaii en het binnenland van West Canada in Calgary te eindigen. De reis van twee maanden die we nu maken start in Halifax en gaat via Nova Scotia, Newfoundland en Labrador langs de grillige oostkust van Canada. Daarna vliegen we naar Seattle om door het binnenland van de staten Washington en Oregon naar het Zuiden af te zakken en langs de kust terug te rijden naar Seattle. We sluiten af met een treinreis naar Chicago, waar we na een paar dagen weer huiswaarts keren.

Toronto is de meest logische aanvliegbestemming. De bonte mengeling van culturen en geloven die daar uitstapt herinnert ons aan de multiculturele belevenis van zeven jaar geleden. Evenals Amsterdam in de 17e eeuw groeide Toronto de laatste decennia exponentieel door alle migranten. Dat verloopt zonder veel problemen, hoewel we begrepen dat sommige 'autochtone' inwoners zich verloren voelen. Wij stappen daar over om met West Jet naar Halifax te vliegen. Een vrolijke stewardess met iets te slordig aangezette oogwimpers en ruige tatoeages verleidt de passagiers om 'say hi ....' naar alle crewleden te roepen. Nogal gĂȘnant en hopelijk wordt dit geen gewoonte in de luchtvaart!

Halifax blijkt een aangename stad met een verrassend verleden. Onze Jeep Grand Cherokee, fors maar goud op ruige en vaak onverharde wegen, blijft in de garage. Na de inkopen voor de salade en het ontbijt komen we weer in het mooie 'onderweg thuisgevoel'. Vanuit het appartement lopen we naar de oude Citadel. Daar ontvouwt de geschiedenis zich voor ons aan de hand de verhalen. De Fransen (maar ook Spanjaarden en Portugezen) die, gedreven door de honger naar vis in het katholieke Europa van de 16e eeuw, in de zomer op kabeljauw visten, die gedroogd in balen naar Europa werd vervoerd.

De Fransen vestigden zich in 1534 voor het eerst op Newfoundland (Terre Neuve) als vrij vredelievend volk naast de Mi'kmaq Indianen. De Engelsen daarentegen ontdekten al vroeg de grote strategische waarde van Nova Scotia (vooral Halifax) met de op Ă©Ă©n na grootste natuurlijke haven (Sydney is 1). Niet verbazingwekkend dat beide landen, al dan niet gesteund door (tijdelijke) Europese bondgenoten, elkaar afwisselden en steeds grotere verdedigingswerken bouwden. De Fransen werden eerst verdreven uit Newfoundland en later op twee piepkleine eilandjes na (Saint Pierre et Miquelon; nu overzeese gemeenschappen), uit heel het eilandenrijk.

Logisch dat de Citadel van Halifax een bewogen geschiedenis heeft. Studenten in Schotse uniformen marcheren over het exercitieterrein en vuren om 12 uur het kanon af. Via een tentoonstelling verdiepen we ons in het lot van het Mi'kmaq volk. Engelsen gingen er niet zachtzinnig mee om en na vele oorlogen en ziektes waren ze gedecimeerd. Uiteindelijk werd op 25 juni 1761 het verdrag voor 'Peace and Friendship' gesloten en de strijdbijl met veel ceremonie in Halifax begraven. Hoewel dit verdrag en de voorlopers voornamelijk van Engelse zijde vaak zijn geschonden, hebben ze in de huidige tijd grote waarde om de oude rechten van de 'First Nation' bewoners tot aan het Hooggerechtshof af te dwingen.

Indrukwekkend is de presentatie van de bijdrage van de Canadezen afkomstig van de Oostelijke Canadese eilanden aan de Europese oorlogen. Vaak werd dit gevoeld als een verplichting voor de vrijheid van de moederlanden, waaronder Nederland. Goed dat hieraan ook jaarlijks in Nederland aandacht wordt besteed.

Via de oude centrale klok van Halifax lopen we naar een winkelcentrum waar we een Canadese telefoonkaart scoren. De Bell Company heeft de beste (maar zeker niet volledige) dekking over de immense eilanden. We zakken af naar het 'waterfront' met oude pakhuizen en een mooi maritiem museum. Over de ramp met de Titanic weet iedereen natuurlijk al veel, maar hier komt het erg dichtbij. De eerste noodsignalen werden op Newfoundland opgevangen en overlevenden kwamen in Halifax en Saint John's aan land. Later lopen we langs graven van de slachtoffers op de Fairview begraafplaats.

Voor de komende 60e verjaardag van Koen slaat Wim een originele Nova Scotia rumcake in. De Firma 'Rumrunners' die de cakes bakt, is ooit ontstaan door het smokkelen (rennen met illegale rum) tijdens de drooglegging.

Voordat we na twee dagen de grote reis naar het Noorden starten doen we inkopen bij Wallmart en scoren o.a. een waterkoker, een yoga mat en twee gewichtjes om de reis handig en verantwoord te maken.

Via het Taylor Head park rijden we in een paar uur naar Sherbrooke. Daar lopen we even later in de wereld van rond 1860 inclusief figuranten die hun rol goed verstaan. Een enkel huis wordt nog gewoon bewoond, de rest is openlucht museum. De eerste vuurtoren die we zien is die van Port Bickerton. Er volgen er vele, hoewel dit maar een fractie is van de tientallen bakens, vaak ingesteld na even zovele strandingen en rampen. Even haasten om de laatste pont te halen en dan na een lange dag een comfortabele kamer en goede (vis)maaltijd in Larry's River.

De volgende lange dag brengt ons naar het schiereiland Cape Breton. Voordat we in Sydney (Nova Scotia) inschepen op de ferry naar Argentia op Newfoundland, bezoeken we eerst een volledig nagebouwde fortificatie van de Fransen: Louisbourg, gesticht in 1713 door uit Newfoundland verjaagde Fransen. Ook hier komt de geschiedenis tot leven door de inrichting van gebouwen en figuranten. Een koopman trekt een lange neus naar zijn landgenoten: een huis bouwen zoals in Frankrijk is niet praktisch; hij heeft het in hout gedaan met een centrale stenen haard en schoorsteen, waardoor het hele huis in de strenge winters behaaglijk is. De meeste huizen worden nog steeds zo warm gehouden, gezien de houtvoorraad op het erf.

Tijd om in te schepen voor de vaartocht van 16 uur. Redelijk slapen op de zachte monotone trillingen van het schip in onze comfortabele hut. Live muziek en een tekenwedstrijd voor kinderen vormen het amusement. Dan rijden we een andere wereld binnen. Op heel Nova Scotia woont een miljoen mensen, op het veel grotere Newfoundland een half miljoen. Reden om maar wat boodschappen in te slaan, je weet maar nooit. Na een kleine twee uur rijden over slecht onderhouden smalle tweebaanswegen lopen we, na een interessante uitleg door een vrouwelijke ranger, over de heuvels van het vogelreservaat St Mary's. De scherpe geur van guano vermoedt veel, maar de verbazing is groot als we ineens de heuveltoppen vol Jan van Genten en andere vogels zien. Trouwe vogels die naar dezelfde broedplaats terugkeren. Fascinerend om het drukke vogelleven van zo dichtbij te bekijken!

Een lange rit en een kort bezoek aan de volgende vuurtoren brengt ons naar Trepassey. Om 12 uur Nederlandse tijd (het is hier 4 1/2 uur vroeger) vieren we alvast Koen's 60e verjaardag. Kaarsjes op de rumcake.

Koen is een Werelderfgoed-freak, dus staan we in het bezoekerscentrum van Mistaken Point Ecological Reserve. Unieke versteende vondsten van 565 miljoen jaar geleden geven een beeld van de voorlopers van gemuteerd maritiem leven. Het is een uur heen en terug over gravel, maar de vuurtoren van Cape Race is het waard. Hier kwam het eerste noodsignaal van de Titanic binnen. Indrukwekkend is het verhaal van de marconist in dit afgelegen station die de spil was in het dirigeren van hulpschepen. In de dramatische uren hield hij contact met een goede bekende: de marconist van de Titanic, die pas ophield toen hij met het schip ten onder ging. Het is 'Koen's dag', dus maken we een boottocht vanuit Witless Bay. We zien helaas geen bultrug walvissen, maar wel duizenden vrolijke papegaaiduikers, zeekoeten en andere vogels. Daar wordt je blij van!

Via Cape Spears Lighthouse rijden we richting de hoofdstad Saint John's en belanden eerst in Petty Harbour. Een schilderachtig natuurlijk haventje waar de vissers de vangst van de dag (voornamelijk kabeljauw) schoonmaken. Een vrouw sluit aan om de vis voor haar diner in te slaan. Een moratorium en quotum op kabeljauw zorgde voor een moeilijke periode voor vissers. Ook nu is de vangst gereglementeerd, maar veel ruimer.

Saint John's blijkt een aangename verblijfplaats voor twee nachten met kleurrijke huizen en een relaxte kleinstedelijke sfeer. Museum 'The Rooms' geeft een gedegen en goed gepresenteerde inkijk in de geschiedenis van Newfoundland, de 'First Nation' bewoners en de opoffering tijdens de wereldoorlogen. Niet in heldendaden, maar in individuele verhalen beschreven, waarin het belangrijke aandeel van vrouwen de juiste plaats krijgt. Speciale aandacht heeft de afdeling over de Inuit bevolking van Noord Labrador. Een vriendin in Dresden, die conservator is van kasteel Morritzburg, werkt aan een tentoonstelling over het onwaarschijnlijke, maar echt gebeurde en tragische verhaal, dat een Inuit man in 1825 in zijn Labrador kano ter vermaak over het meertje voor het kasteel peddelde. Van een behulpzame man in het archief krijgen we wat aanknopingspunten in de Moravische gemeenschap, opgebouwd door de missionarissen die in de 19e eeuw neerstreken op Labrador. Schippers en kapiteins verfden hun huizen in hetzelfde kleurenschema als hun schepen. Handig om de verf op te maken en goed voor de herkenbaarheid bij het binnenlopen van de haven! De vuile was gedaan en heerlijke afgehaalde sheperd's pie, van moeders recept, gegeten.

Voordat we Saint John's verlaten, rijden we de heuvel op waar de signalen over naderende schepen aan de stad werden doorgegeven met vlaggencodes. In de barre winters was het overleven op 'Signal Hill'. Vanaf deze heuvel heeft Marconi in 1901 het eerste draadloze Trans-Atlantische berichtenverkeer gerealiseerd. Tenslotte ligt Saint John's het dichtste bij het Europese vasteland. Onderweg naar Dildo (naamverklaringen variëren) bezoeken we het cottage van kapitein Bob Bartlett, die voor de eerste keer met een schip veilig de Noordpool bereikte. Hij maakte 20 reizen. Het varen was hem met de paplepel ingegoten: op zijn 16e kreeg hij voor het eerst van zijn vader de verantwoordelijkheid over een schip. In Heart's Content lezen we het enerverende verhaal van de totstandkoming van de eerste Trans-Atlantische kabelverbinding. Eerdere pogingen faalden, maar Cyrus Field van de London Telegraph Company kreeg het voor elkaar. Bij toeval kon de onderneming een in een megalomaan project gebouwd schip voor passagiersvaart overnemen voor een prikje. Dit schip moest in één keer de hele kabel meenemen. Heart's Content werd uitgekozen als aanlandingsplaats omdat de langgerekte natuurlijke haven diep genoeg was voor het schip. In 1865 was het zover: Het vissersdorp kreeg het telegraafstation en veranderde in een gedeeltelijk mondaine plaats met alle voorzieningen. Vrouwen werden goed betaalde typistes om de berichten (pulsen omgezet in licht) uit te werken. Vanuit dit kantoor werden de berichten verder over de America's verspreid. Na enkele moderniseringen was het in 1965 gedaan. Gelukkig staat alles er nog zoals toen. We dineren op ons terras met uitzicht op de Dildo Baai.

De volgende dag op weg naar Bonavista. Eerst een cider-proeverij en bezoek aan de enige cider-distilleerderij van Newfoundland. Het zijn complexe smaken van kruiden en rozenblaadjes. Het dorp Trinity kan zo in een jaarkalender. Kleurrijk met prachtige doorkijken naar de haven en vuurtoren. De houten kerken zijn overal op Newfoundland aanwezig en vaak architectonische hoogstandjes. In Trinity staat de oudste. Op weg naar Bonavista is veel te beleven. Zo rijden we Port Union binnen. De enige plaats die helemaal door visser/selfmade unionleader William Coaker is opgezet. Kleine lokale musea zijn goud waard, vooral als er een lokale dame uitleg geeft, die midden in de visserijwereld staat. Zij praat honderduit en vertelt hoe William een betere prijs voor de vis bedong (vissers waren bijna lijfeigenen) en leefomstandigheden verbeterde.

Het einde van dit deel van het verslag wordt geschreven met uitzicht op de eindeloze oceaan. Koen speurt op de 'icebergfinder' naar de locatie van de ijsbergen die langs de kusten drijven die we gaan opzoeken. Ze doen er vaak jaren over om er te komen.

Reizigersgroet,
Koen en Wim.

Ons half jaar (levensloop)verlof: geen ‘wereldreis’, maar een zwerftocht door Europa

15 Jaar levensloopverlof gespaard voor een wereldreis en i.v.m. het einde van de regeling het verlof “verplicht” opnemen: Een zee van tijd, maar een wereld op slot. Nog geen twee jaar geleden nauwelijks voor te stellen. Gelukkig regelen besluiten van de EU de toegang tot de Europese landen. Dus: we gaan op ‘wereldreis’ door Europa!

Noord Nederland

We beginnen met het mooiste Europese land
 Zo koersten we begin mei met de Fortuna naar het Noorden. Haarlem omarmde ons met familie en vrienden. We laafden ons aan de schilderijen van Frans Hals. In de ochtendkrieken werden we in de verlaten haven van Blocq van Kuffeler vergast op een bonte voorstelling van vliegende en duikende aalscholvers. Via het ruime sop van het Marker- en IJsselmeer ging de tocht via Zwartsluis naar de Beulaeker Wijde. Een eeuwenoud gebied met een labyrint aan plassen, vaarten en poelen. In de vroege ochtendnevel liep een ree voorbij. Op naar Friesland via Delfstrahuizen en Langweer. Onweer en regen onderweg naar ‘good old Grou’. Een zwerftocht langs Friese dorpen als Achlum, Arum en Kimswerd om Koen in Franeker zijn eerste vaccinatie te laten halen.

Na een GGD-test met de trein naar Leiden en Rotterdam voor het Songfestival. Een welkom spektakel in covid-tijd. Vanuit Grou brengt het Eagumerdiep ons naar het dorp Wargea. We wanen ons in de tijd dat de overgrootvader van Wim zijn schip hier liet bouwen. Door naar Leeuwarden. Het landschap herinnert steeds meer aan de tijd dat Leeuwarden aan zee grensde. De kronkelende Dokkumer Ee was toen een getijderivier. Een complete regenboog boven het Friese landschap sluit de dag af. We trekken door Dokkum en na het wijde woelige water van het Lauwersmeer en de sluis van Zoutkamp varen we door het Hoge Land. Eeuwenlang bracht de zee hier klei en zand. Monniken zorgden voor de afwatering. We meren af ‘in the middle of nowhere’ bj het oude sluisje van Aduarderzijl. In de vallende avond een wandeling naar het terpdorp Ezinge uit de tijd dat de zee nog vrij spel had. Richting Groningen naar de haven: Garnwerd aan zee. Zo was het eeuwenlang. De belbus, bus en trein brengt ons naar Assen voor de na-test (covid-experiment). Je moet er wat voor over hebben. We koersen echt naar zee. Na de Robbegatsluis koersen we richting Schiermonnikoog. Een kolonie lepelaars streelt de show als we het bekende eiland verkennen. Het weer is te heftig voor droogvallen, daarom koersen we weer naar Dokkum. We zakken af naar Lemmer en via het IJsselmeer en de sluis bij Lelystad varen we het nieuwe land van de Marker Wadden binnen. Een mooi (vogel)paradijs met vervreemdende stranden in het Markermeer waar we met de Vrouwe Fortuna nog overheen voeren. Na een frisse duik op het standje varen we via Durgerdam en Haarlem terug naar Oude Wetering.

Zeeuws-Vlaanderen en België

Tijdens het varen rijpt het idee om delen van Europa te verkennen. Daar zijn we nog niet ‘aan toe gekomen’. We besluiten om zoveel mogelijk per trein te reizen. Juni is relatief rustig: we wandelen in het ‘Verdronken Land van Saeftinghe’ en maken verder kennis met het oude zeegebied Zeeuws Vlaanderen. ZĂł vergelijkbaar met Noord Friesland, dat het niet vreemd is dat het Friese volk hier ook woonde. Oude stukken rivier herinneren nog aan de ongetemde Scheldedelta. We mogen inmiddels de grens weer over en bezoeken o.a. het prachtige Gent. Als de mussen van het dak vallen vermaken we ons later op de watertaxi vanuit Sliedrecht/Dordrecht. In de bed and breakfast komt ’s ochtend de hoefsmit langs voor de paarden van de manege. Ook de zuidoever van de Nieuwe Maas verandert snel in een hoogwaardig gebied. IndustriĂ«le monumenten en het onder architectuur gebouwde dorp zijn mooie voorbeelden.

Sardinië

In juli maakt Koen een 12-daagse rondreis met vriendin Jopie over het Italiaanse eiland Sardinië. Prachtige oude steden, mooie kusten en overweldigende natuur. Tussendoor rijpt het Europese plan verder.

Duitsland

De snelle trein naar Frankfurt breng ons tot in het centrum. Vanuit het appartementje dat uitkijkt over de Main zien we fietsers, wandelaars en watersport. In de relaxte sfeer herkennen we de keuze voor Frankfurt als een van de prettigste steden om in te wonen. Op de oude wijk Sachsenhausen na is veel vernield in de Tweede Wereldoorlog. Zo niet het imposante enigszins megalomane gebouw van IG-Farben. Indrukwekkend om te kijken naar de plek waar men meewerkte aan de beste manier om Joden op industriĂ«le wijze te vernietigen. Het huisvest nu de Goethe universiteit. De sculpturen van het Liebighaus, de kunst van het Landes Museum en de wandelingen langs de Main completeren het bezoek. Vanuit Frankfurt trekken we er op uit per trein. Net als over het water staren is een uurtje ‘boemelen’ per dag heel heilzaam. Zo bezoeken we in Lorsch het klooster uit de 8e eeuw (Unesco), zwerven we door Worms en bezoeken we het Grimm Haus in Steinau. EĂ©n van de imposante burchten staat in Marburg. Een universiteitsstadje waar je zo een jaar zou willen doorbrengen. Dineren in het bruine cafĂ© Barfuss: inderdaad opvallend veel blote voeten. We lopen door de kunstenaarskolonie ‘Matildehohe’ in Darmstad en rusten een middag uit in het Jugendstil Bad. De OV-kaart brengt ons ook naar Rudesheim: wandelen met uitzicht over de Rijn, met de pont naar Bingen en terug via het mooie Mainz.

Onze tweede pleisterplaats is Neurenberg: de stad van Alfred DĂŒrer, van de Parteigelande van de Nazi-partij en van de processen uiteengezet in een indrukwekkende tentoonstelling. Even onder de oppervlakte is de worsteling met het nabije verleden merkbaar bijvoorbeeld over een monument of cultureel centrum voor de Joodse bevolking. Ook indrukwekkend hoe democratische krachten in 1933 probeerden het tij te keren. Ook hier maken we treinuitstapjes naar Regensburg met een ‘over de top’ stadhuis en de brug over de Donau uit de 12e eeuw. We boemelen ook een dag naar WĂŒrtzburg. Het paleis van de Koning-Bisschoppen (interessante combi) troeft Regensburg af in overdaad. In het Juliusspittal zien we een boeiende combi van ziekenhuis en wijnhuis uit de 16e eeuw. Dit reisje wordt afgesloten met een romantisch bezoek aan Rothenburg ob der Tauber. Treinstakingen teisteren ons. Dan maar een dag eerder terug naar Leiden!

Frankrijk

Een paar weken rustiger aan, maar het gaat weer kriebelen. Zo reizen we half september (per auto) af naar Pont a Mousson in de Lorraine. Ochtenden starten met een contemplatieve wandeling naar de eetzaal van de Abdij. We treinen naar Metz en dwalen langs (en door) de kathedraal, het Misee du Cour d’Or en de overdekte markt; aangenaam! De andere kant op in Nancy bewonderen we het Stanislas plein en de art deco architectuur o.a.in Musee de l’Ecole de Nancy in een schitterende villa. We dwalen nog een keer door de oude Abdij en rijden dan de mooie Vogezen in. Eerst een bezoekje aan de St Nicolaas kerk, dan een lunch in de natuur bij kasteel Koeningsbourg, gerestaureerd door Wilhelm II als teken van ‘genegenheid’. De pleisterplaats in de Elzas voor een week is het wijndorp Wettolsheim, een oase van rust tussen toeristische centra. Stadjes en dorpen als Colmar (Museum Unter Linden), Kaysersberg en Eguisheim zijn even pittoresk als toeristisch. We proeven de lekkernijen van de Elzas weggespoeld met lokale wijn. Wandelend langs de muren van de vestingstad Neuf Brisach (Vauban) krijgen we weer een indruk van de bewogen geschiedenis van de Elzas. Bij mooi weer een wandeling door de wijnvelden naar Eguisheim om te eten en ’s avonds een romantische tocht bij volle maan door de velden weer terug. In het Duitse Europapark drinken we koffie in ItaliĂ«, racen we in Frankrijk door de lucht en zijn de ‘Piraten van Batavia’ de Nederlandse attractie. Voor de buien schuilen we in de leuke ijs- en jaren 20 show.

Na ontvangst in het wijnhuis AimĂ© Stents krijgen we een koninklijke behandeling omdat we al gespot zijn in het rustige dorp. Uiteindelijk proeven we 15 wijnen en uiteraard nemen we wat mee. Als we de Vogezen verder verkennen zijn prachtige slierten wolken over de toppen gedrapeerd. Niet alleen zijn de inwoners van de Elzas heen en weer geshuttled tussen Frankrijk en Duitsland, ze zijn tegen elkaar opgezet en voerden een bloedige strijd in WO I. Het Hartmannswillerkopf monument en museum maken de waanzin van deze oorlog duidelijk. Een zinloze en eindeloze slachtpartij om een heuvel in de Vogezen. Na een wandeling door het drukke en o zo pittoreske dorpje Riquewihr zijn we weer blij als we in ‘ons’ dorp aan het laatste zelf bereide Elzas-diner zitten.

In de ochtendmist rijden we door het glooiende landschap naar Beaune in de Bourgogne. Barmhartigheid is het woord dat zich opdringt als we het schitterende Hospices de Beaune bekijken, een armenhospitaal. We doen inkopen omdat ons volgend verblijf, een stokoud boerderijtje, ver van alles ligt. Het gehucht LigniĂšres bestaat inderdaad uit 5 boerderijen, maar ligt mooi in het glooiende landschap. Eenbaanswegen leiden naar omliggende dorpjes. Het Canal de Bourgogne, met de vele sluizen, snijdt door het glooiende landschap. Zoals altijd koken we veel zelf en ’s avonds warmt een pellet kachel de dikke muren op. De dames van de VVV in Vitteaux fleuren op door onze komst. Overladen met informatie bezoeken we het mooie middeleeuwse centrum van Flavingy sur Ozerain. Na zijn verbanning door Louis XIV ging maarschalk helemaal los op zijn Chateau de Bussy Rabutin. Hij verzamelde meer dan 300 schilderijen waarop vrienden en ‘bevriende’ dames zijn afgebeeld, allemaal geĂŻntegreerd in de wanden. Van geheel andere orde is het verstilde cisterciĂ«nzerklooster Abbaye de Fontenay, een Unesco monument. Op andere dagen staren we in de verte vanaf de buitenplaats van de prachtige basiliek van Veselay en uiteraard ook een paar van de vele kastelen, o.a. Chateauneuf. Quiches, tarte tatin met pruimen en salades komen uit de rustieke keuken van de boerderij. De druivenoogst is in volle gang en natuurlijk proeven en kopen we wijn, o.a. bij de wijncoöperatie Nuiton-Beaunnoy. Op de laatste dag dwalen we door Dijon en bekijken we de nalatenschap van de Hertogen van BourgondiĂ« in het museum voor Schone Kunsten. Na een hartige crĂȘpe met cider rijden we via Vitteaux terug naar LigniĂšres voor de ratatouille met een goede pinot noir. Een lange rit via de liefelijke Champagne en een dramatisch slechte weg in het zuiden van BelgiĂ« brengt ons terug in Nederland.

Friesland

De paar weken wat rustiger aan waren nodig. Een kleine week zijn we in Harlingen. Wim combineert de info uit het boek ‘De Friezen’ van Flip van Doorn met herinneringen uit zijn deels Friese jeugd. Zo ontdekken we de oude stations, taluds en brughoofden van ‘Het Dokkumer Lokaeltsje’. Deze spoorlijn verbond Dokkum met Leeuwarden. Familie maakten er regelmatig gebruik van en de lijn wordt bezongen in een liedje (https://www.youtube.com/watch?v=QhFWRUBIfTU). Op Vlieland oogsten we onze eigen cranberries en fietsen langs de kaasboerderijen van Terschelling. Of het nu kwam door het wijde zeelandschap of de dalende temperaturen, maar we kregen steeds meer zin om naar het Zuiden van Europa af te zakken.

Spanje

Zo vliegen we naar Madrid en gaan per trein verder naar Valladolid, centraal gelegen tussen de oude steden in Noordwest Spanje. De comfortabele flat vlakbij het station blijkt een goede keuze. Valladolid is een rustige stad met een mooi centrum. Het Collegio de San Gregorio herbergt de mooie nationale collectie beelden. Een trein brengt ons in 1 Âœ uur in Avila. Het blijkt extreem koud, maar de kathedraal en de stadsmuren en het zicht tijdens een rondrit is het beetje afzien waard. Bijkomen bij een lekkere dikke hete chocolademelk. Na een aantal heerlijke raciones terug naar “huis”. Dan lonkt Salamanca. We zijn er twee dagen. De oude kathedraal, de antieke romeinse brug en natuurlijk de roodgekleurde universiteit maken de stad bijzonder. We dolen door het Dominicaanse Convento de San Estaban en belanden in een herdenkingsdienst in de prachtige oude kruiskerk. Het klooster is ook bekend vanwege de werken van de moraaltheoloog Francisco de Vittoria, een van de grondleggers van het volkenrecht. Opwarmen tijdens een 3-gangenlunch en daarna naar een mooie collectie Art Deco. Na een rustdag treinen we naar Segovia, dat gedomineerd wordt door het enorme Romeinse aquaduct. Maar ook de kathedraal en het sprookjesachtige Alcazar zijn de moeite waard. Een goede lunch met soep en eend is nodig om warm te blijven. Gelukkig hebben we twee truien over elkaar aan. De laatste uitstap met de trein is naar Burgos. Een mooi opgezet museum van de menselijke evolutie stelt ook de ‘homo antecesso’ ten toon, die eind vorige eeuw bij Burgos werd gevonden. Na een warme lunch in de plaatselijke sociĂ«teit bekijken we de bezienswaardige kathedraal.

Twee snelle treinen brengen ons naar Valencia voor een bezoek van een kleine week. Vanuit het appartement lopen we zo de oude visserswijk El Cananyal in, bekend van de huizen bekleed met keramiektegels. De bijzondere architectuur van Calatrava, de omgetoverde oude rivierbedding en het museum voor schone kunsten krijgen alle aandacht. Het regenachtige weer houdt ons niet tegen om via het mooie art deco Estacion del Norte naar Xatava te rijden om het kasteel, strategisch gelegen aan de antieke Via Augusta, te bekijken. In Valencia is het gelukkig 15 graden warmer en we kunnen zelfs zonnebaden op het strand. De oude zijdebeurs (Unesco) en een museum met kunstzinnige poppen voor de Fallasfeesten zijn zeer de moeite waard. De horchata (amandeldrank) met churros ook. Ruim een halve dag brengen we in het Oceanografic door en natuurlijk bekijken we ook de enorme Mercado Central.

Per ferry bleek het schier onmogelijk, dus vliegen we in een half uurtje naar Ibiza om het einde van het verlof te vieren. Daar wandelen we naar de oude stad en bekijken onderweg oude Fenicische, Punische en Romeinse graven, toevallig ontdekt omdat een ezel door de ondergrond zakte. De ommuurde oude stad (Dalt Vila) is zeer de moeite waard en met koekjes van het klooster en na een cortado wandelen we weer terug. Ditmaal per auto toeren over smalle wegen, langs weerkerken en baaien. De zon komt goed door en dus poedelen in een verlaten baai. We verlagen het tempo wat en maken een lange wandeling door het natuurgebied Ses Salines, langs de zoutwinning en de flamingo’s en drinken een cortado in Sant Josep. De feestinfrastructuur is in de binnenstad duidelijk aanwezig, maar evenzeer verlaten. We rijden naar het Noorden door het wijngebied rond Sant Mateu en langs de mooie woeste kust. Na een dag lezen, wat wandelen, pizza halen en inpakken vliegen we de 22e weer naar Nederland. Koen werkt weer vanaf 25 november. Wim nog een paar uur per week.

We genieten volop na van onze Europese reizen in deze donkere dagen. We hopen dat jij er zo ook plezier aan beleeft!



It is good to be back home!

Hallo allemaal,

Het Brooklynmuseum heeft een brede collectie kunst, historische voorwerpen en stijlkamers. In de lichte hal beelden van Rodin en de bijzondere feministische eettafel trekken de aandacht. Aan de grote driehoekige tafel van Judy Chicago is voor 39 belangrijke vrouwen gedekt, ieder in de eigen stijl. Niet alleen de feministische uiting, maar ook de geĂ«taleerde zeer vrouwelijke gerechten baarden in 1970 (en nu) opzien. Bijzonder is het oudste Nederlandse houten huis (het Jan Martense Schenck House uit 1676) , dat in zijn geheel in het museum staat. Een foto van eind 19e eeuw laat zien hoe landelijk het huisje toen in het grotendeels onbebouwde ‘Breukelen’ lag.

Een feestdag: Columbus Day. Toet Italian Heritage presenteert zich. Brandweermannen, de politiek, het bedrijfsleven en cheerleaders, alles met een Italiaans sausje. Op de zonnige dag vermaken kinderen zich met de radiografisch bestuurbare zeilbootjes in Central Park. Natuurlijk ontkomen we niet aan het tweede presidentiele debat, een tenenkrommende happening. Met de verkiezingen in zicht worden mensen aangespoord om zich te registreren om te kunnen stemmen.

De Orkaan Sandy liet een spoor van vernieling na in de stad New York.Tijdens een paar wandelingen langs de waterkant genieten we de mooie boulevards die de herstelprojecten hebben opgeleverd. Soms zicht op Brooklyn vanaf de Oostkant van Manhattan, soms zicht op de Hudson baai vanaf de wijk Red Hook (Nederlanders noemde het Rode Hoek) in Brooklyn. Deze wat verpauperde wijk kreeg een impuls door de komst van een grote Ikea-vestiging (uitstapjes!) en renovatie van pakhuizen. De enorme Queen Mary II ligt afgemeerd aan de haven die weer een heel andere blik op Manhattan geeft. We lopen door het Tompkin Park en de oude ‘hippiewijk’ East Village. Braakliggende percelen zijn, met hulp van de stad, omgetoverd tot mooie tuinen met bijbehorende versieringen op de hekken. Hip, mooi, maar onder de parasol is de slaapplaats van een dakloze.

Ook dichter bij huis blijft genoeg te zien. Natuurlijk doen we onze boodschappen in de ‘buurtsupermarkt’, de Brooklyn Fare, inderdaad om de hoek. Waar we vaak afdalen naar de metro ligt het Stonewall monument. In 1969 was de homogemeenschap de regelmatige invallen van de politie zo zat dat politie werd verdreven met alles wat los en vast zat. De actie wordt gezien als de start van de homo-emancipatie in de Verenigde Staten en werd ook in andere landen aangegrepen voor actie. Ondanks (of dankzij?) de bonte etnische mix gecombineerd met focus op fundamentele rechten kan iedereen zich veilig voelen. Met Greg wandelen we langs een aantal kunstgaleries in de wijk SoHo en eten we bij een Italiaan vlak bij huis.

Nog een keer onbijt op ‘onze pier’, een bezoekje aan het Washington Square Park. Muzikanten spelen, een levend beeld schminkt zich in het park. Dineren bij ondergaande zon op het puntje van Manhattan. Weer een ander zicht op het vrijheidsbeeld.

En dan: inpakken en schoonmaken. We krijgen een rondleiding door het gebouw van de Verenigde Naties waar de geschenken uit alle windstreken blijven boeien, o.a. het gebrandschilderde raam van Chagall en Ă©Ă©n van de wanttapijten die de Rockefellers door Picasso hebben laten maken.

Traffic jam: de rit naar John F. Kennedy Airport duurt een kleine twee uur. Wij zijn gelukkig op tijd, maar onze crew niet. Na een overstap op IJsland zijn we vrijdag rond het middaguur op Schiphol. Koens ouders halen ons op van het station. Uitpakken en inkopen doen voor het omvaren van ons schip op zaterdag. Nederland is ook mooi, vooral vanaf het water. It is good to be back home!

Reizigersgroet,

Wim en Koen

Life in The Big Apple

Hallo allemaal,

Hier het vervolg van onze reisimpressies.

Vroeger en nu drukt het water een belangrijke stempel op New York. Door de strategische ligging en de mix van rotskust en vruchtbaar achterland vestigden Nederlanders en Engelsen zich. De grootste haven aan de oostkust van de Verenigde Staten is grotendeels uit de stad vertrokken. Zeeschepen hebben plaatsgemaakt voor de vele ferry’s, binnenvaartschepen en pleziervaart. De vuurtorens getuigen nog van de oude tijd. Een vaart op de watertaxi en de oversteek naar Staten Island leveren altijd nieuwe zichthoeken op de stad en het vrijheidsbeeld op. Vervallen pakhuizen en pieren maken steeds meer plaats voor een wandelgebied. In de ochtend steken we de drukke straat over en nuttigen we het ‘haverontbijt’ op de pier met zicht over de Hudson en ‘Downtown Manhattan’.

Op Staten Island maakt de metro vele stops langs dorpen als ‘New Dorp’, Nassau en Huguenot. Het eiland van vissers en boeren is het nu vooral slaapeiland. Op het zuidelijke puntje krijgen we uitleg over de mislukte poging van John Adams en Benjamin Franklin om in 1776 de vrijheidsoorlog met de Engelsen te beĂ«indigen. Het Conference House wordt gekoesterd en is gerestaureerd met uit Nederland geĂŻmporteerde speciale originele bakstenen.

De smeltkroes van culturen is de voedingsbodem voor vele theatervoorstellingen. We zien Helder Guimaraes, een fantastische illusionist. Hoe kom je op de pincode van de telefoon van volstrekt vreemden? Met een deel van de Ierse gemeenschap kijken we naar komisch/ontroerend autobiografisch toneelstuk ‘How to Keep an Alien’. Met haar onnavolgbare oogopslag illustreert Sonya Kelly (auteur en speler) de moeilijke weg om haar vriendin uit AustraliĂ« over te laten komen naar Ierland.

Kort in de rij in de ochtend en ’s avonds naar de musical ‘Beatiful’, het verhaal van Carole King. Eerst meer dan dienstig voor andere artiesten (Locomotion, Take good care of my baby, It might as well rain untill September) werd ze legendarisch door haar solocarriùre. Na een bezoek aan het filmmuseum in Queens maken we in de regen het openlucht FOLD (Freak Out Let’s Dance) Festival mee dat Nile Rogers in het Forest Hill Stadion organiseert (waar The Beatles en de Stones lang geleden optraden). Na CHIC steelt Bette Midler op onnavolgbare wijze de show (o.a. Wind beneath my Wings, Route 66). Earth, Wind and Fire sluiten de avond af.

Voor de lijst op de middelbare school gelezen door Wim: ‘A Taste of Honey’, een debuut van de 19-jarige Shelagh Delaney dat in 1959 insloeg als een bom. Verwaarloosd door haar moeder krijgt een jong meisje een kind van een zwarte matroos. Een homovriend wil de vaderrol spelen. Fantastisch gespeeld in een simpel decor. Toevallig weer een homothema.

We hebben een leuke borrel thuis met twee collega’s van Wim die werken op de permanente vertegenwoordiging bij de Verenigde Naties. Op uitnodiging luisteren we in de Nederlandse Club naar een gepassioneerde uitleg door Paul Lightfoot en twee dansers over de komende voorstellingen van het Nederlands Danstheater in New York.

Als noodzakelijk vervoermiddel is de metro ook een sociale ontmoetingsplaats. Jongen stapt in en maakt aardige opmerkingen over rode damesschoenen. Een warm gesprek volgt. Start van een vurige romance? Nee, jongen neemt afscheid, is onderweg naar zijn vriendin. Even verderop kijkt een meisje wat angstig opzij: een wat doorleefde man dreigt haar schouder als hoofdkussen te gaan gebruiken. Misschien als reactie op pogingen in enkele zuidelijke staten maakt New York duidelijk dat mensen hun seksuele identiteit zelf bepalen en kiezen welke WC ze willen gebruiken. Lijkt volstrekt logisch, maar dit is de VS.

Heerlijk om af en toe te ontsnappen aan de prikkelende drukte. Zo reizen we naar het randje van de wijk De Bronx, waar het huis van Adriaan van Cortland een landmark is. Een deel van zijn plantage is nu park. Een andere oase zijn de ‘Cloisters’, kerkelijke kunst en gebouwen uit de middeleeuwen. Natuurlijk bekijken we ook een deel van het moedermuseum van moderne kunst. Met de zon strak aan de hemel staan we in de ochtend na 45 minuten op een lang stil strand aan de Atlantische Oceaan. In een mooi gedenkparkje voor 9/11 staat een jongetje in ‘firefighter’ pak bij het firefighter monumentje. Er vliegen prachtige vlinders.

De ‘Walking City’ doen we eer aan. Op een zondag lunchen we in de wijk Williamsburg in Brooklyn. Een hippe wijk in opkomst waar veel lokale kunstenaars hun werk aanbieden. Als we doorwandelen komen we in de wijk Greenpoint. In dit ‘klein Polen’ koffie met gebak tussen de Poolse vlaggen. Greenpoint is ook in opkomst, maar de klap van het vertrek van de scheepsbouw nog niet te boven. Met de watertaxi zakken we af naar Dumbo, een klein levendig wijkje onder de Brooklyn Bridge. Veel gezelliheid: sport in het park, families flaneren, bruiden worden gefotografeerd rondom de gerestaureerde carrousel. Een mooie wandeling door een deel van Harlem met Michael. De immense kathedraal van St John wordt o.a. opgesierd door een drieluik van Keith Haring en frivole mannetjes. Op duidelijke lidtekens na heeft Harlem de tijd van verpaupering en criminaliteit grotendeels achter zich gelaten. Soms prachtig gerestaureerd, soms dichtgetimmerd: de herenhuizen van begin twintigste eeuw. De Strivers Row: herenhuizen in gele baksteen met de ruimte voor het koetshuis achter.

Gelukkig kunnen we nog een paar dagen genieten van deze dynamische metropool. Nu eerst het tweede verkiezingsdebat. We zijn wel ‘verplicht’ er naar te kijken.

Reizigersgroet,

Wim en Koen

De vele facetten van New York

Hallo allemaal,

Hier het vervolg van onze reisimpressies.

In de taxi vanaf de luchthaven vertelt een tweede generatie Pakistaanse jongen over zijn kansen op een hogere ingenieursopleiding. Hij taxiet enkele dagen per week naast de studie. Hij voelt zich thuis in Brooklyn, maar voelt zich primair Pakistaans.

We installeren ons in het voor New Yorkse begrippen ruime appartement in de West Village en de winkels worden verkend. In tegenstelling tot het duidelijke rasterwerk van Avenues en Streets draagt onze wijk de sporen van de Nederlanders: bochtige straten. Je waant je soms meer in een Dickens omgeving door de oude huizen, zeker als we in donker thuiskomen. Veel industriële gebouwen om ons heen zijn of worden omgetoverd tot wooncomplex. Spaans is de hoofdtaal van de bouwvakkers. Kinderen worden naar school gebracht en spelen en voetballen in afgeschermde speelvelden. We begrijpen dat de bouw booming is in de stad. Soms moeten mensen gedwongen verhuizen omdat er gerenoveerd wordt. Een bijzondere regel is de verplichte toewijzing en een percentage van soms zeer luxe appartementen aan sociaal zwakkeren.

Het eerste weekend: gezellige straatverkoop waar we twee bakelieten servetringen kopen. Zaterdagavond zitten we in Carnegie Hall: last minute tickets blijken voor een benefiet voor de dak- en thuislozen. Een mooi bont programma van (musical)artiesten en na de pauze een Requiem voor mensen die op straat zijn gestorven (Jonathon Welch). Een Australisch initiatief dat met het enorme koor van voormalige daklozen de wereld rondreist. In het weekend is het gezellig druk: jong en oud vermaakt zich in het Washington Square Park. Rondom het park brengt ook de New York University een gezellige drukte mee. Na een bezoekje aan de Brooklyn Flea lopen we langs de prachtige herenhuizen in de wijk Bedfort/Stuyvesant (ja van Peter). Gemixt: soms volledig Afro-Amerikaans, zoals McDonalds, de enige ‘koffieshop’. Een paar straten verder gaat een kerk uit en horen we Frans en wat later Creools blijktte zijn. Een swingend sprekende geestelijke en een kerkganger leggen uit dat het de Haïtiaanse gemeenschap in Brooklyn is. Twee blokken verder zijn we in een wat behoudende islamitische wijk: gesluierde vrouwen en Arabische winkels.

Het moest er voor Wim eens van komen: we lopen rond het symbool van de stad, het vrijheidsbeeld en bezoeken het eiland waar nieuwkomers werden geïnterneerd. Onroerend zijn de verhalen van immigranten die de tirannie in Europa ontvluchtten en vaak moesten huilen als deze dame langzaam uit de mist zichtbaar werd. Amerika had handen nodig en ‘slechts’ 2% van immigranten werd teruggestuurd. Het beeld blijft een hoogstandje: de techniek van Gustaf Eiffel gecombineerd met het ontwerp van de Franse architect Bartholdi. Koperen platen met een dikte van twee munten gemonteerd op een stalen frame: het staat sinds 1884. De vrouw met de kwieke tred is een cadeau van Franse initiatiefnemers die de Amerikaanse democratie bewonderden. De federale staat Amerika was toen 100 jaar oud.

Een andere wandeling: door Chinatown: verse vis, dammende ouderen, lekkere lunch. Dan via Little Italy naar de fameuze cheesecakes van Eileen (Cleveland Place; met dank aan de gids van Willem Post).

Twee indrukwekkende waterpartijen die rusten op de voormalige fundamenten markeren de oude ‘Twin Towers’. Het museum dat de terroristische aanslag van 11 september 2001 herdenkt is indrukwekkend ingetogen. Enkele delen van de zware staalconstructie zijn niet tot composiet versmolten in de verzengende hitte. In de focus op de symbolen van de westerse wereld dreigde het persoonlijke leed van de meer dan 3000 slachtoffers en nabestaanden te vervagen. Kunstenaars belichten met name deze tragedie.

Vanaf een bankje op Roosevelt Island (tussen Manhattan en Queens) zien we steeds meer lichtjes aan gaan. De avond valt over de stad en het hoofdkwartier van de Verenigde Naties. Een metrostation verder en we zitten aan de Zuid-Amerikaanse pot in een wat rommelig wijkje.

Tijd om de stad even uit te gaan. De ‘Metro North’ brengt ons via de oever van de Hudson naar Sleepy Hollow. Een interessante rondleiding door het voormalige woonhuis van de Rockefellers. Vrij klein (rijkdom laat je niet te veel zien), maar prachtig met een bijzondere kunstcollectie van de laatste telg die er woonde. Een mooi voorbeeld zijn de wandkleden die door een samenwerking van Picasso zijn gemaakt van zijn schilderijen. Bij het oude Nederlandse kerkje lopen we langs grafstenen met Nederlandse namen die vaak een rol in de vrijheidsoorlog hebben gespeeld. Groot is het Rockefeller Mausoleum en zo bescheiden het Keltische kruis van het graf van Andrew Carnegie, de man die alles wat hij verdiende voor zijn overlijden weggaf. Ook de Rockefellers deden veel aan liefdadigheid en stonden aan de basis van het Museum of Modern Art.

Bijzonder is het complex van Columbia University in de drukke stad. Een oase van rust met een rijke geschiedenis (v.a. de 18e eeuw). Studenten hebben yogales op het gazon. Ondanks het kaartje blijven wij vanwege de drukte met vele anderen buiten staan bij de lezing van Joseph Stiglitz e.a. over Europa en de toekomt van de Euro (zijn recente boek). Troost: de lezing wordt integraal op internet gezet.

Soms oubollig, soms spectaculair: het enorme Museum of Natural History. De Canadeze wezen ons er al op: veel van de vondsten in het Dinosaur Provincial Park liggen in New York. De collectie van prehistorische dieren is fantastisch. Hier zien we de grootste dino ter wereld, de Titanosaurus. Oude maar prachtige diorama’s laten dieren in hun natuurlijke omgeving zien. Ook nog een kleine afdeling Haida kunst bekeken. Met een goede vriend van Bas thuis gegeten en een bezoekje gebracht aan het nieuwe Whitney Museum of American Art. Heel afwisselend soms mooi, soms interessant. Schrikken bij een dame met hond. Echt: haar boezem bewoog niet.

Reizigersgroet,

Wim en Koen

Opgestuwde bergen en uitgesleten dalen

Hallo allemaal,

Hier het vervolg van onze reisimpressies.

De oude weg van Jasper naar Banff is smal en kronkelig. We hebben de prachtige herten die we tegenkwamen nog op het netvlies. Het is bronstijd en wat zaten ze mooi te wezen in het gele grasland. Spitse bergtoppen, een oude vulkaankegel en prachtige vergezichten. Pelshandelaren en andere avonturiers reisden voor de aanleg van de spoorlijn van ijkpunt naar ijkpunt. Bij de samenvloeiing van de rivieren de Whirlpool en Athabasca was een doorwaadbare plaats. Een korte wandeling en we staan voor de Sunwapta watervallen. De bordjes met jaartallen maken duidelijk hoezeer de Athabasca gletsjer zich al heeft teruggetrokken. Het blijft een imposant gezicht: een ijsmassa die tot aan de horizon strekt.

Het landschap wordt steeds kleurrijker door de geelkleurende bomen die scherp afsteken tegen het donkere naaldwoud. Op de vochtige grond de mooiste bloemen. Veranderlijk weer: van de zon in een stevige sneeuwbui. We waren al enigszins gewaarschuwd: van noord naar zuid wordt het drukker en drukker in de parken. Gekte bij Lake Louise, filerijden voor een parkeerplaats op maandagochtend. Een groep Chinezen staan naar elkaar te schreeuwen bij het fotograferen. Een duidelijke blik van Wim is voldoende: enige rust. Lake Moraine is een stuk rustiger en minstens zo mooi. Het lijkt er wel op dat het stijgende bezoekersaantal vraagt om maatregelen in dit kwetsbare natuurpark.

Weg van de drukte: met de kabelbaan een skigebied in met mooi zicht op Lake Louise. Met enige aarzeling gaat we het hek door naar het berengebied voor een wandeling: Jurassic Park? De aangegeven wandeling is steil en hijgerig op 2200 m hoogte maar levert mooie vergezichten op. Een ander ijkpunt van vroege reizigers waren de warmwaterbronnen bij Banff. We komen bij in het publieke bad van 40 graden, dat al ruim 100 jaar oud is.

Een verrassing als we de gordijnen open schuiven: sneeuw. Het weer blijkt ook hier records te breken. Vervreemdend is het wel, gisteravond hadden we ook nog de open haard aan in het appartementje. ‘Gelukkig’ lezen we dat het in New York 30 graden is. Buiten Banff Park zijn de Bow Valley en het Kananaskis Park oases van rust op weg naar Calgary. Een bakelieten klokje verder en we rijden de 180 km naar Brooks, de uitvalsbasis voor het Dinopark. Onderweg is er niets aders dan eindeloze graanvelden en wat kleine jaknikkers. Een pizza in een slaperig stadje.

De volgende ochtend rijden we een half uur naar het Dinosaur Provincial Park. Tijdens het bezoek, voor een deel met een busje, door gesloten gebied, wordt enigszins voorstelbaar wat zich 75 miljoen jaar geleden heeft afgespeeld. Dit gebied, ten oosten van Calgary, lag aan de kust van een binnenzee en was bedekt met rijk regenwoud. Meer dan 150 soorten dinosaurussen en reptielen liepen en vlogen er rond. Een tropische storm met geweldige overstromingen roeide de dierenbevolking uit. Kadavers werden bedolven onder rivierslib en een ijskap schoof er overheen. Toen het ijs zo’n 15.000 jaar geleden begon te smelten hebben gletsjers en rivieren diepe sporen in het landschap getrokken. Delen van harde steen bleven in takt, het zachtere steen werd uitgespoeld. Een proces dat nu ook nog door de regen en de rivier wordt voortgezet. Niet alleen ontstonden hierdoor fascinerende vormen met o.a. hoodoo’s (pilaren van zandsteen met een kap van harde steen), maar ook hele skeletten van dino’s en andere dieren werden zichtbaar. Met meer dan 150 complete skeletten spant dit park de kroon in de wereld. Nog steeds worden skeletten gevonden. Natuurlijk denken we even aan de Tyrannosaurus in Leiden waaraan we nog een botsplinter hebben bijgedragen. Koens gebit valt in het niet bij een tand van deze dino. De combinatie van de prehistorische vindplaats met een uniek kwetsbaar natuurgebied rondom de rivier heeft het park de status van UNESCO werelderfgoed opgeleverd. In de avondzon maken we een wandeling, langs oude katoenbomen en zien een grote Eland die na wat rondkijken in het struikgewas verdwijnt. Vogels te over. Een lange rit terug naar Calgary. In de ochtend leveren we de jeep met weemoed in: samen hebben we veel beleefd.

Een overstap in Toronto en een paar uur verder stappen we in met gemengde gevoelens in de taxi op het vliegveld La Guardia in Flushing (New York). Hoe zullen we de overgang van stilte en slaperige dorpen en steden naar de stad die nooit slaapt ervaren?

Reizigersgroet,

Wim en Koen

Van de Pacific naar de Rockies

Hallo allemaal,

Hier het vervolg van onze reisimpressies.

Tot onze verrassing rijden we de zelfde luxe ferry op die ons van Port Hardy naar Prince Rupert heeft gebracht. Een enorm schip voor een handjevol mensen. Voor de vracht is de ferry een lifeline. Het grote schip wordt ingezet tijdens de winterdienstregeling die gisteren is begonnen. Tijdens Oceaanstormen denderen de golven de ondiepe straat binnen, een natuurgeweld dat tot zeer hoge golven kan leiden. Alleen de grote ferry kan deze veilig nemen. Auto’s worden dan met kettingen vastgezet.

Het klinkt wat vreemd, maar het handjevol mensen lijkt een grote familie. In onze stille hoek blijkt ook een Mennonietengezin met vier jonge meisjes te zijn neergestreken. Acht jaar geleden naar Hadia Gwaii gekomen en onderweg voor een vijfdaagse reis naar Tennessee voor familiebezoek. Een gesprek over de indrukwekkende natuur leidt al snel tot de zin van het bestaan. Voor de jonge vader geen vraag.

Rond Port Clemens blijkt een gemeenschap Mennonieten te wonen, ook de boer die we eerder spraken maakt er deel van uit. Een echtpaar vraagt naar onze belevingen. Ze zijn verre buren van het gezin. Hun huis wordt binnenkort verbouwd door het gezinshoofd. Haida vervaagt, we gaan denken aan het vervolg van de reis.

Prince Rupert is verrassend leuk: Winkelstraat, museum, kleurrijke haven. We hebben een geriefelijk appartementje. Als Wim ’s ochtend vroeg naar de kapper gaat komt hij een jonge elk tegen. Kappergesprek gaat ook over het mysterieuze van Haida en het komende bezoek van William en Kate aan Prince Rupert en Haida: men kijkt er naar uit. ’s Middags een boeiende rondleiding door een oud medewerkster door de houten gebouwen van de North Pacific Cannery. Eens kende de regio tientallen bedrijven die de zalm zo van de vangst inblikte. Chinese, Japanse en Indianen werkers trokken vaak van bedrijf naar bedrijf, afhankelijk van het vangstseizoen.

In mist en regen onderweg langs de Skeena rivier. Mooie grijze vergezichten en watervallen. In Terrace drinken we koffie in een hippe tent. Bewonderenswaardig is de hangbrug in Kitwanga over het ravijn waardoor de rivier stroomt. De brug ligt in een first nation reservaat. De vroegste brug van de indianen bestond uit aan elkaar gesjorde boomstammen! Een uitstapje naar een pont die aan staalkabels hangt vanwege de sterke stroming brengt ons oog in oog met de tweede beer. Die maakt snel rechtsomkeert.

Een motelovernachting en verder via Prince George richting Mount Robson National Park. De regio is verlaten. We snakken naar koffie en zetten die onderweg maar zelf op de benzinebrander. Een oude baas legt op de veranda van het oude stationnetje van McBride uit dat de passagierstrein drie maal in de week stopt. We doen inkopen voor de maaltijden in de cabin in het Park. Een avondwandeling brengt ons naar een prachtige stroomversnelling/waterval. We zien zalmen omhoog springen.

Toen we de bocht om kwamen en Mount Robson (met bijna 4000 meter de hoogste berg van de Rocky Mountains) in alle pracht en grootsheid in zicht kwam kon Koen zijn emotiies bijna niet beheersen. We maken een wandeling van ruim 20 km langs een woeste rivier met prachtige vergezichten en spiegelende meren. Het ‘wildlife’ bestaat uit rondbuikige eekhoorns. Het moet een paradijs zijn: meer eikels dan je op kunt. Wij verorberen een stevige tortilla om de verbrande energie weer aan te vullen, weggespoeld met Canadese wijn. Bij het krieken van de dag op en wandelen langs een waterval. Witte wolken hebben hun armen om Mount Robson geslagen. Mooi, maar nergens iets van wildlife te bekennen.

Dan rijden we Jasper National Park binnen. Op uitstekend advies van een parkwacht staan we oog in oog met de hoogste berg van Jasper, Mount Edith Cavell. Een deel van de gletsjer ligt als een dikke klodder room tegen de berg. De rest dekt een groot deel van het gletsjermeer af. Een broodje en stuk tortilla later ontvouwd zich een heel ander natuurfenomeen. Wat begint als een liefelijk stroompje eindigt tijdens een wandeling van nauwelijks 10 minuten in een nauwe canyon van bijna 50 m. diep: noeste arbeid van 1000 jaar. In Jasper geen bed meer vrij, dus rijden we naar Hinton. De parkwacht had nog een verrassing: In het begin van de avond staan we oog in oog met een bevervolk dat hier al 25 jaar een burcht heeft.

Morgen over de Icefield Parkway naar Banff National Park.

Reizigersgroet,

Wim en Koen